GROENGORDEL
GROEIT DOOR SPORTIEF GEMEENSCHAPSWERK
108
Het nieuwe, zelfgemaakte
'honkbalstadion' in Harga van
de S.V. H.V. 'Schiedam'.
In stilte wordt veel schoons verricht. Het zou een
citaat van een onzer denkers kunnen zijn maar de
eerste regel is slechts geschreven om te wijzen op het
vele schone dat in de stilte van Schiedam wordt ver
richt. Met enige ergernis valt namelijk te constateren
dat wel het defaitistische woord van de sociologen,
psychologen en andere wetenschapsheren wordt ge
hoord. Zij stellen dat „men tegenwoordig zo indolent
is, men doet niets meer voor de gemeenschap, men
is niet warm te krijgen voor-'t-een-of-'t-ander".
Het wordt met fraai vakjargon gesteld, het wordt
niet weersproken en daarom zal men gauw geneigd
zijn het intellectualisme te beamen. Schiedams groen-
gordel toont evenwel dat nog zeer velen bereid zijn
in hun vrije tijd veel voor de gemeenschap te verrich
ten. Men schreeuwt het niet van de daken, maar in
Schiedam wordt dit seizoen op verbluffende wijze een
streep gezet achter het eerste tienjarenplan voor de
sport. Dat kan geschieden dankzij een sublieme
samenwerking tussen overheid en sportwereld, waar
bij de instanties steeds heel welwillend de zelfwerk
zaamheid hebben gestimuleerd en terzijde gestaan.
De wethouder van sportzaken, Mr. P. van Bochove,
kan trots zijn op wat hij met zijn werkers tot stand
heeft gebracht, hij kan ook met ere als een voorbeeld
van de goede sportwethouder worden genoemd in
ons land. Centrale figuur in het goede contact tussen
overheid en sportwereld is de secretaris van de
Gemeentelijke Sportraad, Jan C. Bronneman, die een
halve eeuw ervaring in de Schiedamse sport paart
met de bereidheid van 's morgens vroeg tot na het
nachtelijk uur aandacht te schenken aan grote en
kleine problemen in Schiedams sportwereld. De weg
naar de overheid werd zo een gemakkelijke voor de
vele tientallen werkers uit de vele sportverenigingen,
die allen iets goeds voor hun club tot stand willen
brengen. De beide oud-sportlieden Van Bochove en
Bronneman hebben met goed begrip voor de realiteit
het streven van de verenigingsfunctionarissen ge
steund.
Plotselinge ontwikkeling
Tien jaar geleden kon de aanschaffing van een junior
voetbal wegens gebrek aan geld nog een „agenda
punt" voor bestuursvergaderingen zijn. Vooruit
strevende functionarissen kochten zulk een bal in
wanhoop dan wel eens uit eigen portemonnee. In
1952 kwam het Sportpark Thurlede gereed in Schie
dam. Het werd het aanvangssein voor rigoureuze
wijzigingen op het gebied van de sportaccommodaties.
Voetbalclub Excelsior '20 kreeg drie velden, handbal
club DWS kreeg twee terreinen en hockeyclub Asvion
aanvaardde twee velden op het gebied tussen Schie
dam en Kethel. De clubs werden benijd door de
overige verenigingen, maar de meeste bestuursleden
vroegen zich af hoe de huur van de velden kon worden
voldaan. Het bouwen van verenigingsgebouwen leek
onoverkomelijk.
De eerste drie clubs lieten de gebouwtjes plaatsen.
Ze sloten o.a. leningen af. Het jaar daarna trok
voetbalclub DHS naar de Schiedamseweg in Kethel,
waar aan twee velden ook een eigen gebouw (via een
lening) werd geplaatst. Jaren hadden de clubs ge
bruik gemaakt van oude, dikwijls verveloze gebouw
tjes op de velden die her en der in en om de stad
lagen. Nu komt er plots een opmerkelijke ontwikke
ling in het sportleven. Wel durven nog weinige clubs
de gemeente om het volledig beheer van meer dan
één nieuw terrein te vragen. DRZ komt met een
unicum voor deze omgeving. De leden plaatsen palen
op het veld en voor het eerst is er 's winters bij een
kleine club veldtraining onder het licht van de schijn
werpers. Spoedig volgen de andere voetbalclubs het
goede voorbeeld. In 1954 verdwijnt het sportveld