147
bouwjaar 1794. Het ideaal van de heren branders is
dus nu weer verwezenlijkt.
De plaats van de oude molen werd ongeschikt geacht,
zodat de nieuwe molen tien meter dichter bij het
water werd gezet. Notaris De Moraaz maakte op
12 juli 1803 een fraai contract voor de participanten
die zich verplichtten hun graan „in voorschreeve
molen te doen malen". Gedurende een eeuw zal de
molen in functie zijn geweest. Op 8 oktober 1849
sloeg een storm de roeden van de molen af. Op 5
september 1874 werd er een speciale vennootschap
voor de molen opgericht. Simon Rijnbende had drie
van de 26 aandelen voor f 560. In 1887 werden de 26
aandelen van de „in volle werking zijnde" molen met
werkpaarden en al verkocht. Molenaar P. Treurniet
kocht in 1901 het bouwwerk omdat zijn molen „Palm
boom" was afgebrand. De krant vroeg zich toen af
wat er met de romp van die „Palmboom" zou ge
beuren, de romp staat er nu nog, vrijwel aan de voet
van De Noord. Wethouder Houtman zei op 19 decem
ber 1938 in de gemeenteraad: „De eigenaar van den
Noordmolen volge het schoone voorbeeld van het
afbreken van den molen, het zal een verfraaiing van
het stadsbeeld zijn". Hiermee in tegenspraak lijkt
zijn opmerking: „Misschien heeft de Vereeniging „De
Hollandsche Molen" er lust in om deze weer in zijn
oorspronkelijke vorm terug te brengen".
Alle stormen zijn langs de stenen huid gegaan. Op
de zevende zolder hebben bekwame mannen dit jaar
een oud-Hollands handwerk verricht. Gelukkig was
er drie eeuwen terug al normalisatie voor De Hol
landse Molen. Onderdelen van molens uit Grijpskerk
en Lekkerkerk passen in de 35-meter hoge De Noord.
Een spil, vier ton zwaar, werd op het slanke bouw
werk getild. De kuiprand werd weer tot een mooi
glad eikehouten lager gestoken en geschuurd. Het
„tafelment" op de afgeknotte molen kreeg weer de
iepehouten ring met stalen ringen. De kap werd als
een huif over de kuiprand gebouwd. Nu is De Noord
bijna veertig meter hoog, de wieken zijn zeven meter
lang. Sinds tien jaar gebruikt de heer Veldhuyzen
als huurder van dit gebouw de zolders als opslag
plaats. Graan en peulvruchten worden hier gemalen
tot veevoer. De molenbouwer heeft het mechanisme
weer geheel hersteld zodat ook de windkracht dienst
kan gaan doen. Dan is te zien dat Schiedam met vier
ongeschonden molens op een rij een unieke stad is in
dit molenland.