SCHIEDAMSE
Cen ut met de
186
Station. 8CHIEDAM.
xlllKI»\M
Ik heb fijn een ritje met de
paardetrem gemaakt. Ik ga
het vertellen. Het was zon
dag. Vader zei: jongens het
is mooi weer. Er is aan het
hoofd een schip met matroos
jes aangekomen. Als jullie
goed oppassen mag je met
mien een ritje met de paarde
trem gaan maken. Van het
spoor naar het hoofd. En als
jullie dan op het hoofd naar
de matroosjes gekeken heb
ben dan wandelen jullie door
de plantagie weer naar huis
terug. Misschien is er nog wel
muziek in de tent van de
plantagie, zei vader. Toen
kreeg mien de centen en toen
zijn we naar het spoor gaan
wandelen over het koolas en
door de overschiese straat.
Bij de koeienstallen rook het
naar spoeling. Bij het spoor
hebben we gewacht tot er
een trein voorbij ging. Het
Scï\ïëdarrv