ALBUMBLADEN
paa>tdet>cem
187
ram) Scfiie?am
10i ïtiie,
2>aaz<
me
was een lange en hij floot
hard. Toen zijn we in de trem
gestapt. We waren met z'n
vijven. Het was een open trem
en dat is gevaarlijk, zei mien.
Voorop stond de condukteur
en die trok aan een bel. Toen
ging het paard lopen. In het
land bij het spoor zag ik
koeien lopen. Die keken naar
ons. Toen gingen we de singel
op langs het snoepwinkeltje
van vrouw schoenmakers en
ook langs de villa van mietje
wenneker en toen kwamen
we op het emmaplein. Daar
stopte de trem en er kwamen
nog meer mensen in. Mien
gaf de centen aan de conduk
teur en we kregen allemaal
een briefje. Op de broersvest
was het niet erg druk. De
wieken van de molens draai
den niet. Het was zondag.
Bakker wijsbroek zat op de
stoep voor de winkel. Die ken
€mmaplcin.
groe.' uit Schiedam
flrotrsvest