ARIJ
PRIMS
een
markant
Schiedammer
Marinus M. van Praag
198
Arij Prins in zijn werkkamer 1920.
Vele jaren is hij onze stadgenoot geweest, maar weinigen hebben hem gekend, de schrijver Arij Prins, een van de mannen
van '80. Toen ik Amsterdam voor Schiedam verliet. Damrak en Rokin vaarwel zei voor Overschiesestraat en boterstraat,
woonde hij op de Nieuwe Haven, in een van die stijlvolle herenhuizen nabij de Liduinastraat, waarvan er twee te gronde
zijn gegaan aan de gewijzigde omstandigheden en de verandering in het sociale klimaat.
Arij Prins was een zoon van Schiedam. Niet een van de vele en nog steeds in aantal toenemende geadopteerde kinderen,
maar een van der brandersstad vlees en bloed. Uit het negentiende-eeuwse Schiedam is hij voortgekomen, hij moet de vreem
de, lugubere schoonheid van de stad der branderijen ondergaan hebben van zijn prilste kindheid af. Van dat Schiedam moet
hij doordrongen zijn geweest tot in het merg.