204 voor de oude dubbele branderij ge- naam „De Kerk" of „De Dubbele Arend", waar nu een opslagplaats van chemicaliën, drogerijen en specerijen in gevestigd is en waar vroeger de r.k. schuilkerk was (wonderlijke Schiedamse historie). De agent sprong uit de wagen en het was voor hem een koud kunstje om een jongeman met twee grote honden op te sporen. De agent ging naar boven en daar werd een hartig woordje gesproken, zo hartig dat het wel even duurde. „Hij heb geen erreg meer in ons", zei ze ongerust tegen de chauffeur. Ook deze ver dween, en daar zat het oude Schie damse vrouwtje, aangestaard door de twee starre arendsogen van de bovenlichtversiering. En hoewel het oude vrouwtje een volbloed Schie damse is, dacht zij niet aan de dubbele arend boven de deur, zij dacht bezorgd hoe het nu moest met haar huishouden verder. Ein delijk, daar kwamen de chauffeur, de politieagent en de onverlaat, die haar eerst het ongeluk had aange daan en er toen van door ging. „Mijn excuus, oma, neem me niet kwalijk, ik..ik..heb er spijt van", stamelde het jongmens. „Je moet die honden vast houden", deed de agent zijn sermoen van daarboven hier nog eens dunnetjes over. „Het zal mij niet meer bate, ik heb het al te pakke", zei Oma wijselijk. De heren van de Schiedamse Her mandad lieten het er niet bij zitten: een kind kon begrijpen dat de oude vrouw haar huishouden voorlopig niet kon doen. Hier moest raad geschaft worden en omdat de dader verantwoordelijk was voor zijn hondebeesten, moest hij minstens zorgen dat de was van de twee oude mensen kant en klaar kwam. Thuis gebracht, kreeg ze nog een goede raad van de recherche: „Je laat je niet in de lure leggen, hij moet blijven helpen. Als de hand uit het verband is, kun je nog je werk niet dadelijk doen." Dat ervoer ze: ze moest in een teiltje met warm water, spelen met een bal, en maar knijpen, en langzamerhand werden de spieren weer soepel. In die oude binnenstad weet men nog wat burenhulp is: de buurvrouw van de overkant kwam regelmatig ver binden. „En oude Pie, die nu 84 jaar is, ze werkte haar hele leven bij Engering op de Lange Haven, zorregt voor me prakkie, ze heeft al die tijd me ete gekookt en dat doet ze nog, de goeie ziel", zei Oma dankbaar. Met haar éne hand zag ze kans haar man aan te kleden, stel je voor, dat hij iedere dag een agent of een buur er bij zou slepen: haar hele huishouden zou over de straat gaan op zo'n manier. En zo kwam het, dat dit verhaal niet onder de dagelijkse politie berichten te lezen was op de Schie damse pagina's van de dagbladen, noch in het wekelijks relaas van de Kantonrechter een plaats kreeg. De jonge man vervult stipt de hem opgelegde plicht: iedere vrijdag haalt hij trouw de vuile was, en brengt de schone weerom. De politie controleert het steevast. En als u soms in de stad een man ziet, die met wasgoed loopt te sjouwen, denk dan niet, dat het de bewuste is: we hebben in Schiedam immers drie zaken voor Zelfwas, en bij ons kan nu zelfs een kind de was doen. Maar die politie van ons, die is be slist de beroerdste niet! Nog even een plaatje uit het verleden. Het is alweer voorbij. Sint Nicolaas is gekomen, op 24 november, en hij werd met gejuich onze stad binnengehaald. Vaders, moeders en duizenden kinderen verdrongen zich langs de route. Ook de zieke kinderen in Nolet- stichting en Gemeente Ziekenhuis hebben met glundere gezichten de goede heilige toegezwaaid. Bij de officiële ontvangst op het stadhuis heeft de Sint zelfs nog een drie tal verdienstelijke Schiedammertjes gul met prijzende woorden en geschenkjes bedeeld. Het was dit jaar de tweede maal, dat uw Schiedamse Gemeenschap de organisatie van de ontvangst in handen had. En als we onszelf en de meeste anderen mogen geloven, dan is het best geweest. Nu doet Sint Nicolaas zijn siesta weer onder de zondoorstoofde sinaasappelbomen van Spanje. Wij zeggen: rust maar lekker uit, Sint en tot volgend jaar!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1962 | | pagina 44