205
Een rommelpot van feiten en toestanden uit het jaar 1862, dat brengen wij op de volgende bladzijden.
Een eeuw geleden al, of een eeuw geleden pas; wat is het verschil Het is nadrukkelijk de tijd van onze
vaders en grootvaders. Moeders en grootmoeders komen dan nog nergens ter sprake. Die koken de
pot en daarmee uit! Het is een typisch patriarchale wereld, waar men vóór alles behoudend is. Een
rustige wereld toch ook wel, waarin de diligences nog hun trage strijd tegen de IJzeren Spoorweg vol
houden. Elke nacht rijdt de diligence naar Amsterdam. Burgemeester L. Knappert leidt in deze dagen
de vergaderingen van de Raad der Gemeente, bijgestaan door zijn wethouders J. B. Nolet en H. C.
Rijnbende.
Het stadje Schiedam telt 15.406 zielen, zo leert ons het jaarboekje van 1862. Dat, en het „uitvoerig
en beredeneerd verslag van den toestand der gemeente Schiedam over het jaar 1862", vormde de
bron van onze rommelpot.
Voorlopers van onze zie
kenfondsen zijn de 'Socië
teiten ter geneeskundige
verzorging', verenigingen
waar men botje bij botje
U legt om in tijd van ziekte
de leden financieel te kun-
nen bijstaan. Het zijn er in
f Schiedam niet minder dan
een dozijn. Het eerste deel
van hun naam luidt on
veranderlijk; „Sociëteit onder de zinspreuk: En
in die zinspreuk stopten de leden hun rechtlijnige
nuchterheid, hun religie of hun dichterlijke fantasie.
'Nut en voorzorg', 'Overeenstemming' en 'Hulpfonds
voor Geneeskundige Verzorging' duiden op liefhebbers
van de klare Rede, wars van alle flauwe kul. 'Hulp
in lijden' en 'Het Vertrouwen' wijzen op een weke
plek, al is er van poëzie nog geen sprake. Die komt
pas kijken in 'Waar men met ijver werkzaam is tot
heil der Maatschappij,/ Daar bloeijen welvaart en
geluk, daar vliedt de bedelarij'. Nog gevoeliger is de
sociëteit die meent, dat 'De kunst, die God tot heil
des stervlings, schonk aan d'aarde,/ Biedt hier haar
hulp aan elk die zorg met ijver paarde'. Van veel
bondiger zeggingskracht is 'Die in den nood gered
wil wezen,/ Moet buiten nood geen offer vreezen'.
Zoiets klinkt toch heel wat beter dan het wijdlopige
'In ziekte, smart en pijn gezondheid te hergeven,/
Dit blijft het edel doel waarnaar wij zullen streven'.
Wij meenen echter hier
met een enkel woord te
moeten herinneren aan den
moordaanslag, op den 17
Augustus des vorigen jaars,
door zekeren Giovanni
Roncagliolo,matroos op een
Italiaansch brikschip, voor
de haven dezer stad lig
gende, gepleegd op den
persoon van Gerrit Klein,
een oppassend huisvader, schipper van beroep, en die,
zonder dat er tusschen hem en den moordenaar iets
was voorgevallen, ten aanzien van onderscheidene
omstanders, door gemelden Roncagliolo met een dolk
aan den hals doorstoken werd, zoodat hij onmiddellijk
op de plaats dood ter aarde stortte.
De misdadiger werd onverwijld aangehouden, en heeft
steeds beweerd, dat hij op dat oogenblik in zooda-
nigen staat van beschonkenheid verkeerde, dat hij
van het door hem verrigtte ten eenenmale onbewust
is geweest; van welke bewering echter, gedurende de
gevoerde débatten, de waarheid niet volledig schijnt
gebleken te zijn. Bij arrest van het Provinciaal Geregts-
hof van Zuid-Holland werd Roncagliolo te dezer zake
onlangs tot achtjarige tuchthuisstraf veroordeeld.