'THUIS
TE
POORT
A. van Dijk
244
(foto Hans Visser)
Een kleine kerkelijke gemeenschap van ruim twee
honderd zielen viert feest. Een handjevol mensen
herdenkt met vreugde de inzegening van een eigen,
als zodanig voor iedereen herkenbaar kerkgebouw,
waarmee het einde van 'n tijdperk van bijeenkomsten
in het verborgene werd aangegeven. De Oud-Katho
lieke kerk op de Dam, wellicht beter bekend als 't Huis
te Poort, bestaat honderd jaar. Het kleine aantal
Oud-Katholieken in Schiedam en omgeving heeft dit
heuglijke feit zowel met kerkelijke plechtigheden als
met bijeenkomsten van minder solemnele aard ge
vierd.
Het is in deze tijd van grote gebeurtenissen, van grote
wereldmachten en grote conflicten, van luide stem
men en grote getallen misschien nog de vraag, of
een betrekkelijk bescheiden gebeurtenis als deze
kerkelijke verjaardag wel de moeite van een aantal
gedrukte regels waard is. Wie echter nog niet is
aangetast door de moderne kwaal van het elkaar
overtroeven in het produceren van indrukwekkende
cijfers (of het nu ledentallen van verenigingen of
tonnages van mammoettankers betreft) zal toegeven,
dat ook deze gebeurtenis voor Schiedam van belang
is. Schiedam wordt doorgaans niet gekweld door
wat we eens hoorden kenschetsen als „gigantomanie",
de zucht om alleen maar zaken die in de overtreffende
trap aangeduid kunnen worden belangrijk te achten.
De vreugde van enkele honderden medeburgrs is
even belangrijk als de vreugde van duizenden Schie
dammers bij een gebeurtenis die de gehele gemeen
schap betreft.
In 1862 werd de kerk van de Heilige Johannes de
Doper ingewijd door pastoor Johannes Heykamp,
die sinds 1858 in Schiedam stond. Hij was de zestiende
pastoor in de reeks herders die de kerkelijke gemeente
na de hervorming diende.
Vcor de som van 25.800 harde guldens trok aannemer
F. v. Kooten uit Utrecht kerk en pastorie op volgens
plannen die ontworpen waren door de Schiedamse
heren M. van Erkel en J. Vormer.
Het is geen fraai bouwwerk geworden. Schiedammer
noch vreemdeling zal er sprakeloos van kunstzinnige
ontroering voor stil blijven staan. Maar het was
nieuw. En wat vooral belangrijk geweest zal zijn:
het kerkgebouw staat open en bloot langs de straat.
Er is geen enkele moeite gedaan om te verbloemen
dat dit een (Oud-Katholieke) kerk is. Dit moet, na
het tijdperk van de schuilkerken (tot deze gebouwen
behoorde ook de voorganger van deze honderdjarige)
wel een grote verandering geweest zijn. Het was niet
meer nodig om het uiterlijk van een Katholieke kerk
zo neutraal mogelijk te doen zijn, opdat toch maar
niemand zou bevroeden tot welk doel het pand diende
en daar aanstoot aan nemen.
Want het mag in moderne ogen vreemd lijken, dat
er een tijd is geweest, waarin de katholieke ere
dienst verboden was, of ten hoogste oogluikend werd
toegestaan, niettemin hebben we dat minder ver
draagzame uitvloeisel van de hervorming in ons
geschiedenisboekje staan. Hoewel misschien niet in
elk geschiedenisboekje...
De scherpe tegenstellingen tussen protestant en
katholiek zijn in de loop der jaren echter verzacht.
Verdraagzamer tijden braken aan. Op de openlijke
uitoefening van de eredienst stond geen straf meer.
En het was niet langer nodig dat priesters in allerlei
vermommingen door het land trokken om tersluiks
hun gelovigen bij te staan.
De kleine Schiedamse parochie dankt dit kerkgebouw
aan de gulheid van een dozijn parochianen, die diep
in de beurs tastten voor een betere behuizing. Pastoor
Heykamp moet een zeer bekwaam man geweest zijn,
die heel goed aanvoelde hoe hij zijn gelovigen diende
te benaderen teneinde hen tot offervaardigheid te
brengen. Immers, slechts enkele jaren na het in-
gebruiknemen van de kerk zag hij kans om vijfduizend
gulden bijeen te brengen voor de aankoop van een
orgel, dat nu ook al bijna honderd jaar oud is, maar
ondanks die hoge leeftijd nog een trots en fraai bezit
van de gemeente is. Het lijkt weieens, of orgels een
zelfde karakter hebben als sommige wijnsoorten:
met de leeftijd nemen kwaliteit en waarde toe.
't Huis te Poort staat er te lezen boven de poort tussen
kerk en pastorie, een naam die van oudsher het pand
dat op deze plaats stond sierde. Over de oorsprong
van die naam tast men in het duister. Vermoedelijk
heeft weleer de nabijheid van zowel de Vlaardinger