236
(foto Hans Visser)
Mét het bestuur heb ik me verheugd over bereikte resultaten, mét het bestuur heb ik in de put
gezeten wanneer iets of soms alles dreigde te mislukken, om daarna weer opnieuw verheugd te
zijn wanneer de feniks wesr glorieus opsteeg uit de as om nieuwe hoogten te bestormen. Ik heb
ernaar gestreefd om een goede verhouding te bevorderen en te bewaren, zowel met de overheid
als met de verenigingen en het heeft me ontzettend pijn gedaan, wanneer deze goede verhouding
veelal door onbenullige futiliteiten werd verstoord. Mocht ik in een zwak moment iemand
hebben gekwetst, dan bied ik hiervoor gaarne mijn excuses aan. In elk geval heb ik me op
genomen gevoeld in, en meegenoten van die sfeer van vriendschap, van eerbied voor eikaars over
tuiging, van oprechtheid, liefde voor de stad.
Waar wij naar gestreefd hebben dat is: een gezonde en zo intens mogelijke samenwerking
Het heeft me verwonderd nu nog, na zóveel jaren bestaan van de S.G., iets gelezen te hebben
waardoor de indruk zou kunnen worden gewekt, dat de S.G. door middel van subsidie de ver
enigingen tot samenwerking zou dwingen. Dat is eenvoudig ondenkbaar, de S.G. onwaardig en
ook niet waar!
.En ik heb me gelukkig gevoeld als een kind toen de nieuwe subsidieregeling van het Gemeente
bestuur door de Raad werd aanvaard, voor mij als het ware bij het scheiden van de markt.
De welvaart heeft ons veel goeds geschonken: meer vrije tijd, meer vakantie, meer geld en tele
visie. En dat is of kan althans een groot geluk zijn. Maar de welvaartsbacil is er de oorzaak van:
dat er minder tijd is voor alles ondanks meer vrije tijd, dat we moe zijn ondanks langere vakanties,
dat we arm zijn ondanks meer geld, dat we niet verder meer zien dan onze huiskamer ondanks
televisie, wat vér-zien betekent.
.De leiding van mijn dierbare gemeenschap is overgegaan in handen van mijn vriend Pfeifer.
Meer dan twee jaar hebben we nu samengewerkt; hij niet onder mij, ik niet boven hem; we hebben
inderdaad samen gewerkt. Voor mij was het een genoegen, ik geloof voor hem ook. Met een bos
Hollandse tulpen in mijn hand heb ik de leiding aan hem overgedragen. Hij heeft gezegd: er ver
andert niets. Dat kan en mag niet waar zijn. Ik heb het werk gedaan zoals ik dacht dat het goed
was, jij moet gaan werken zoals jij denkt dat het goed is.Neem me niet kwalijk als ik hoop,
dat ik je nog lang bij je taak zal mogen helpen. En geeft u allen hem minstens dezelfde steun,
die ik heb mogen ondervinden.
.Als nu de sherry er was zou ik het glas opnemen en drinken op het welzijn, de groei en de bloei
van de Schiedamse Gemeenschap met een bijzondere knipoog naar de voorzitter, naar de vorige
voorzitter, de heer Holl, naar de nestor in ons bestuur, de heer Heijboer, en naar de nieuwe, jonge
directeur.