„KUNST UIT NIEUW-GUINEA"
130
Afbeelding 1
Wij, 20ste eeuwse mensen, nemen als het ware alles
als vanzelfsprekend aan. Het rondcirkelen van een
kosmonaut om onze aarde vinden wij even gewoon
als het posten van een brief. Geheimzinnigheid rond
om bepaalde zaken hebben we vaak door en indien
we achter het geheim gekomen zijn, is het meestal
niet meer zo interessant als voorheen. Verwondering
en bewondering zijn zaken, die ons niet zo vaak bezig
houden en het is daarom goed eens stil te staan bij
zaken, die van een niet te onderschatten importantie
zijn bij bepaalde volksstammen.
Beseffen wij, geciviliseerde westerse mensen, weieens,
welke oerkrachten er schuilen in één, voor onze be
grippen simpel, beeldje? Heeft één onzer ooit die
beklemming gevoeld, die de aanwezigheid van een
dergelijk voorwerp, tezamenvallend met bijv. volle
maan, maans- of zonsverduistering, kan uitstralen
en de geest van de primitieve mens kan verlammen?
Wat weten we eigenlijk af van het leven van stammen
in het Australische deel van Nieuw-Guinea, en in het
bijzonder van die van het Sepik-gebied Deze vragen
overvielen mij bij het maken van de plannen voor de
zomertentoonstelling in het Schiedams Museum:
„Kunst uit Nieuw-Guinea", welke tentoonstelling van
6 juli tot 31 augustus 1963 te bezichtigen is.
Deze tentoonstelling, welke ons kennis laat nemen
van de unieke verzameling van de heer Peter Kohier,
uit Ascona - Zwitserland, geeft ons gelegenheid een
op zeer hoog peil staande collectie van door de heer