het Stedelijk Museum
235
maakt, enige voorbeelden van moderne kerstgroepen,
terwijl in de wandkleden en tekeningen verschillende
kunstenaars hun visie rondom het Kerstgebeuren
weergeven. Het verhaal van de vlucht naar Egypte
van Jozef, Maria en Jezus slaat voor ons de brug naar
twee tentoonstellingen van Egyptische weefsels, welke
ook in deze kersttijd gehouden worden.
Twee tentoonstellingen van weefsels, die alhoewel er
een ruimte van 16 eeuwen ligt tussen het ontstaan
van de antieke Koptische weefsels en de wandkleden
van de heden ten dage in Egypte levende Koptische
kinderen in Harrania. Twee tentoonstellingen, uniek
voor Nederland, die u bij een bezoek aan het museum
veel wetenswaardigheden zullen verschaffen over het
leven van deze lijnrechte afstammelingen van de oude
Egyptenaren, de Kopten, de Christelijke bewoners
van Egypte. De verzameling antieke weefsels, voor
werpen van terra-cotta, ivoor en brons, afkomstig
uit de collectie van Christian Grand uit Zürich, een
kenner en groot verzamelaar van Koptische kunst,
laat ons de schoonheid zien van vooral deze weefsels
uit de 4e - 8e eeuw. Over het algemeen fragmenten
van kleden, stukken gordijn of stukken van dekens,
die ons een indruk geven van de versieringsmotieven
en de wijze waarop deze weefsels werden vervaardigd.
Dat deze weefsels in een zo „frisse" staat getoond
kunnen worden danken wij aan de „natuurlijke con
servering" door het tamelijk droge klimaat van
Egypte, zodat bij het vinden van de kerkhoven ge
deelten yan deze weefsels honderden jaren later, er
als nieuw uitkwamen en nu voor ons te zien zijn.
Tegenover het antieke Koptische weefsel het moderne
weefsel stellen, wil zeggen de periode van de 4e tot
8e eeuw stellen tegenover de 20e eeuw. Dit kan moei
lijkheden geven bij het overbruggen van zo'n 16
eeuwen en toch vindt u in het museum naast de antieke
Koptische weefsels de weefsels van de kinderen uit
Harrania. Deze weefsels zijn gebaseerd op de oude
tradities van de weefkunst in Egypte en bepaalde
versieringsmotieven van de antieke weefsels zult u
ook bij deze kinderweefsels aantreffen, doch het be
langrijkste element in al deze kleden is het spontane,
dat hieruit naar voren komt. Hoe het mogelijk is, dat
plattelandskinderen zich op een dergelijke manier
kunnen uitleven, vindt u in de uitvoerige catalogus
beschreven door de man die dit alles opgezet heeft
en er zijn leven mee vult, Ramses Wissa Wassef.
Zijn werkwijze met deze kinderen treft u aan in de
catalogus en na het lezen van de inleiding zult u met
nog meer bewondering deze uitingen van de, momen
teel in moeilijke omstandigheden levende, Koptische
kinderen aanschouwen. Ongetwijfeld zult u dan ook
constateren, dat niettegenstaande onderdrukking en
tegenwerking het deze kinderen nog lukt zichzelf te
blijven en de blijheid van hun jeugd, hoe somber en
onzeker ook de toekomst voor hen is, mede te delen
aan ons, die de tijd van onderdrukking al zo lang
achter ons hebben liggen.
Het samenbundelen van tentoonstellingen met uit
eenlopende onderwerpen kan u, bezoeker aan deze
tentoonstellingen, brengen in die sfeer van het feest
van vrede en licht, dat naar wij hopen voor deze
Koptische kinderen eens werkelijkheid zal zijn. Hun
vreugde, in tapijten geweven, te ontvangen in deze
altijd vreemde dagen bij het ten einde lopen van het
jaar, kan ons niet anders dan hartverwarmend aan
doen.
Het verheugt mij, dat deze tentoonstellingen mede
door een subsidie van de Stichting De Schiedamse
Gemeenschapgerealiseerd kunnen worden en een be
zoek aan deze exposities beveel ik u dan ook van
harte aan.
J. PAALMAN