JL JL
m
DE
OUDSTE KERK
VAN
SCHIEDAM
i
244
gevraagde toestemming tot de bouw van de kerk, en
aan de bewoners „een priesterkoor, een doopruimte
en een kerkelijke begraafplaats" verleent. Nadruk
kelijk vermeldt het document dat Aleyd „de kerk
heeft laten bouwen en deze heeft begiftigd". Uit de
door bisschop Hendrik genoemde trits blijkt dat van
meet af aan een parochiekerk werd beoogd.
Het gebouw is op die datum waarschijnlijk reeds ge
schikt geweest voor de uitoefening van de eredienst.
In dezelfde oorkonde wordt aan de „bewoners van
het platteland, die vanwege de afstand ter plaatse
hun eigen kerken (Kethel en Overschie) niet gemakke
lijk kunnen bezoeken (en) verkozen hebben te be
horen tot de nieuwe kerk van Schiedam" toegestaan
om aldaar naar de kerk te gaan. Ongetwijfeld valt
hieruit en uit het bovenaangehaalde het in functie
zijn van de kerk te lezen.
Hiermee behoeft niet in tegenspraak te zijn de tekst
van de aflaatbrief, die wijbisschop Emondus op 17 juni
1271 heeft uitgegeven, dus bijna 9 jaren later. Emondus
vermeldt, dat hij een „koor en altaar met een be
graafplaats" heeft geconsacreerd. Het kwam niet
zelden voor, dat een kerk vele jaren lang in gebruik
was voordat zij door een bisschop werd geconsacreerd.
Uit de aard van de zaak was zij bij de in gebruik
neming wel gewijd door een priester! Dit kan ook het
geval zijn bij de Schiedamse kerk.
In ieder geval bewijst de aflaatbrief van 1271 niet dat
over het oudste kerkje van 1262 tot 1271 zou zijn ge
bouwd. Veeleer is aan te nemen dat het in 1262 al
gereed was, op zijn minst geschikt voor het houden
van diensten, al vermeldt bisschop Emondus „dat de
bouw.... zonder de hulp van de gelovigen niet kan
worden voltooid". Wanneer men bedenkt dat aan de
kerk tot aan het einde van de 15e eeuw is verbouwd,
herbouwd en uitgebreid, valt op de door Emondus
bedoelde voltooiing een ander licht.
Hoe heeft deze oudste kerk er nu uit gezien? Uit het
blootgelegde metselwerk, dat zeker 13e-eeuws is, kan
in ieder geval de omtrek van het koor worden ge
reconstrueerd. Dit koorgedeelte is van muur tot muur
6,50 m breed op een aslengte van 10,50. Het bloot
gelegde muurwerk heeft een dikte van circa 70 cm.
Opvallend is dat de oostelijke koormuur zowel aan
de noord- als aan de zuidzijde 10 cm uitspringt. On
geveer halverwege de noordelijke en de zuidelijke
koormuur komen gelijksoortige muurverdikkingen
GRONDPLAN OUDSTE SCHIEDAMSE KERK
met omgeving
Opgegraven muurwerk oudstekerk(Xllleeeuw)
Vermoedelijke schipmuur
oudste kerk (Xllle eeuw)
Kolommen en muurgedeelten huidig Hoogkoor
en Middenschip (XlVe eeuw); de stippellijnen
geven de niet meer aanwezige muurgedeelten
aan
Kolommen en muurgedeelten huidig Midden-
schip-zuidzijde (XVe eeuw)
JM.