UIT HET SLOTWOORD VAN ONZE
ERE-VOORZITTER Mr. W. PEEK
JB
294
Burgemeester Peek en forumlid Ir. W.
H. v. d. Toorn bespreken in deze
gesprekspauze zonder twijfel gemeen
schapsproblemen
foto Dick Bos
In een uitvoerig slotwoord stelde onze ere-voorzitter,
burgemeester Mr. J. W. Peek, onder meer, dat deze
studiedag niet werd belegd wegens een te kort schieten
in haar taak van de 15-jarige S.G. Integendeel, er is
alle reden om met trots terug te zien op wat in deze
vijftien jaar werd bereikt.
Vervolgens dankte de spreker de beide inleiders en
de leden van het forum voor de wijze waarop zij zich
van hun taak hebben gekweten.
Het is niet zo, aldus spreker, dat de problemen in de
loop der jaren voor een instelling als de Schiedamse
Gemeenschap zijn verminderd. Op cultureel gebied is
een ongemeen diepe depressie in onze dagen waar
neembaar. De belangstelling van velen voor allerlei
uitingen van cultuur in onze stad is nog immer dalende.
Overigens waarschuwde spreker voor overijlde en
overtrokken conclusies dienaangaande. Hij gelooft
veeleer, dat hier sprake is van accentverlegging, nl.
van de buitenwereld naar de huiskamer met zijn tele
visietoestel. Ook daar is immers cultuurbeleving mo
gelijk. Wel is de mens dan meer in isolement, maar
ook de invloed daarvan moet niet overtrokken wor
den gezien. Men voelt zich thuis ook werkelijk „thuis";
dit in tegenstelling tot vroeger. En in dat „thuis"
hebben radio en televisie een geweldige culturele
betekenis gekregen. We hebben te aanvaarden dat
de levensomstandigheden aanmerkelijk zijn gewijzigd,
al gaat dat dan met een vermindering van het ver
enigingsleven, van het gemeenschapsleven zoals het
zich vroeger manifesteerde, gepaard.
We staan voor de taak te zorgen, dat bepaalde ge
meenschapszaken toch geschieden, ook al is de belang
stelling van de massa niet meer aanwezig. Het is nu
nodig, dat een kleine groep zich blijft inzetten om
datgene te handhaven wat in de loop der tijden tot
de verworvenheden van onze maatschappij is gaan
behoren. Wij hebben tot taak de fakkel aan het nage
slacht door te geven. Wie zal zeggen wanneer het
ogenblik is aangebroken, dat ook de massa op de
t.v. raakt uitgekeken
Als ere-voorzitter van de S.G. zegt spreker, dat men
ook de zaak der financiën niet moet overschatten.
In het verleden is er toch zelden iets achterwege
moeten blijven, omdat de middelen ontbraken. In
tegendeel, er is heel veel gedaan kunnen worden. En
zouden er in de toekomst nieuwe taken zijn, zouden
er dan meer middelen nodig zijn, dan kan het finan
ciële aspect altijd nog bekeken worden. Op dit ogen
blik zou de vraag van de financiën pas gaan spelen,
als de opbrengst van de kermis zo zou teruglopen,
dat de werkzaamheden van de stichting er door zouden
worden beperkt. Voorlopig is dat nog niet het geval.
Spreker hoopt ten slotte dat deze dag de inleiding
van een nieuwe periode zal zijn, waarin men zal
trachten tot een verjonging te komen en tot een
grotere opbloei van het culturele leven in onze stad
te geraken.