JENEVERDIEVEN
ER ZITTEN
AAD WAGENAAR
16
van die vreemden gekomen, dat ze ons gepakt hebben.
Eerst pikten ze mij en dezelfde dag nog was Dries
erbij. Ik moest op een avond tien liter wegbrengen
naar een klant in het Proveniershuis, die ik niet zo
goed kende. Ik kom aan de deur en pak mijn tas uit
en vraag om mijn geld. ja, zei toen die man, ik kom
volgende week wel betalen. Ik zeg: dat gaat dan niet
door, boter bij de vis anders neem ik de jajem weer
mee. Nou, die kerel kwaad he, maar ik liet 'm toch
fijn barsten en nam mijn flesjes weer mee terug, want
geld bleek-ie niet te hebben. Door die vent is het ge
komen, dat we een paar dagen later gepakt werden.
Hij was natuurlijk kwaad en dacht toen: ik zal jou
d'r eens mooi bij lappen.'
Het was op een donderdag: hij kwam 's avonds thuis
van zijn werk en zag toen hij de hoek van de straat
om kwam, al van ver een potige diender voor zijn
deur staan. Ga jij maar eens mee, vuile jeneverdief,
had deze gezegd. 'Ik heb maar niet ontkend, want 't
zat allemaal goed fout. En nu ze eenmaal getipt
waren, zouden ze toch overal achter gekomen zijn,
want het leek of zo'n beetje de halve stad klant was
geworden bij ons. Een paar uur heb ik nog net gedaan
of ik gek was, maar toen ze ook mijn zwager bij me
in de cel brachten, zakte ik door. Samen zijn we
tegenover de inspecteur gaan zitten en toen zei ik:
schrijf maar op!'
Twee maanden lang hebben de jeneverdieven in Rot
terdam boete moeten doen. Dat was een harde tijd,
want het gezinsinkomen stond stil. Nu, zo'n vijftig
jaar na zijn misdrijf, zegt de grijsaard: 'Dat was het
ergste natuurlijk, dat je wist dat ze thuis haast hele
maal niet te eten hadden. Maar verder? Ach, die
gevangenisstraf was niet eens zo erg, je miste je bor
reltje, dat wel natuurlijk, 't Duurde niet zo bar lang,
die twee maanden.
En ten slotte hadden we er toch onze lol voor gehad.
Want ondanks de angst, die we soms hadden, hebben
we samen toch ook heel wat afgelachen. Ik zie 't nóg
voor me: een van de eerste keren, dat we met die
buis werkten, hadden we allebei nogal lekker zitten
zuigen tussendoor. Dus na een half uurtje stonden we
flink te zingen. En ik zie Dries de emmer oppakken,
hij tilt 'm voor zijn borst, loopt achteruit en dondert
zo in een bak vol met graandrab. Helemaal kopje
onder! En natuurlijk die hele emmer jenever over 'm
heen. Ik dacht, dat ik niet meer bij kwam van het
lachen! En nog dagen later stonk Dries naar de
jenever. Nou stonk Dries tóch altijd al naar de jenever,
dus opvallen deed het niet. Anders waren we d'r nog
veel eerder bij geweest.'
Frans Jan van der
Heide, geboren 28-5'36
Schiedam, opleiding:
lagere school en u.l.o.
Werkzaam als kan
toorbediende, mess-
bediende, kelner in
België, havenarbei
der, bijrijder.
Was soldaat. Had
„ateliers" in Zwaan-
steeg en Zeestraat.
Werkt nu in welhaast
onbewoonbaar ver
klaarde woning aan
de Buitenhavenweg,
huur f. 6,p.w. Blond,
baard, gezet. Maakte
zich als autodidakt de
olieverf-, gouache-, en
gewassen - tekening
techniek eigen. Begon
met „huisje-beestje
boompje"; werkte
daarna ekspressionis-
tisch en surrealistisch
en nu abstrakt.
Hoopt zeer binnen
kort aan zelfde
Buitenhavenweg ga
lerie te openen!
Hoe komt het, dat er in je werk verschillende stijlen
te onderkennen zijn?
Wel, ik kwam in kontakt met andere schilders en
ontdekte toen, dat ik op de verkeerde weg was.
Onder invloed van vrienden heb ik langzamerhand
nieuwe wegen opgezocht, ging ik de dingen anders
zien, anders denken. Trouwens, elke schilder heeft
een aantal fases nodig.
Heb je lang ekspressionistisch gewerkt?
Pakweg een jaar. Toch heb ik er toen nog heel
wat gemaakt, een stuk of vijftig, denk ik. Sommige
ervan heb ik verkocht. Ook heb ik er vrij veel weg
gegeven, andere weer overgeschilderd.
En surrealistisch
Maar eventjes gedaan, daar had ik vrij gauw tabak
van. Ik heb er wel van verkocht, want ze waren
vrij goed gedaan, zo met die hele fijne penseeltjes,
maar zeer zeker geen Willink, Dali of andere grote
jongens.
Nu werk je dus abstrakt en zou je je werk poëtisch-
ruimtelijk kunnen noemen. Ook doet het wel eens
een beetje aan Nanninga denken. Is er verwantschap
met hem, of met andere schilders?