INTERVIEW MET EEN SCHILDER 18 ik ook over Oran, Vietnam, Kongo. Al deze dingen gebeuren nog en blijven gebeuren, totdat we naar een ander tijdperk toegaan. Ik probeer de mensen te waarschuwen, ze attent te maken op wat er gebeurt, wat er komen gaat. Heb je het idee, dat ze je verstaan Ja, maar niet iedereen. Met een hoop mensen heb ik kontakt. Zij voelen de druk, de agressie, waar ik mee bezig ben. Trouwens, bepaalde dingen, emoties, toekomstbeelden, kun je niet figuratief schilderen. Alleen maar abstrakt. Maar hoe rijm je dan het poëtische met dit alles? Maar dat is toch poëzie! Toekomst is poëzie, van daar dat ik toch optimistisch ben. Vaak benauwt de toekomst me, maar ik verdom het negatief te denken. Er moet een uitweg zijn. Er is een uitweg. Welke? Zoals ik al zei, iedereen leeft, haast iedereen leeft materialistisch. Laat ze wat geestelijker worden. Europa is een beerput. Laat ze meer leren, meer naar musea gaan, meer over de dingen nadenken, denken in plaats van een brommer te kopen, mis schien worden ze dan wakker. Neem nu eens dat t.v.-programma laatst over die moderne kunst richtingen, die jongens die flesjes gazeuse in zee laten leeglopen. Hoe is 't mogelijk dat het bestaat. Kunst! Een variété-programma. Typerend voor deze tijd die goed dekadent is; dat zend je niet uit als pakweg 30% van de mensen pas aan Van Gogh toe is. Die jongens hé, die zijn uit deze tijd ontstaan en dat liegt er niet om. Een vriend van me zei eens, dat Europa het aars van de wereld is. Alle rotzooi wordt hier uitgezocht en aangezien kunst een eigentijds beeld geeft, moeten de mensen niet vreemd opkijken, als ze vaak rotzooi tegen komen. Ik interesseer me voor dit alles alleen poli tiek. In schilderijen komt altijd een vorm van poli tiek voor, omdat de meeste schilders geïnspireerd worden door de politiek die bedreven wordt, maar ik probeer me daar los van te maken. Ja, sinds kort doe je ook aan action-painting. Houdt dat hiermee verband Die action-paintings zijn gegroeid uit het maat schappelijke. Ik sta eigenlijk op het vinketouw. De ene keer voel ik me maatschappelijk, de andere keer denk ik, laat ik m'n eigen wereld maar weer inkruipen, dan maak ik het werk waar ik me het meest toe aangetrokken voel, mijn eigen visioenen, die toch reëel zijn. In zo'n stemming wil ik alleen een action-painting maken. Ik zou het er liefst met emmers tegelijk tegenaan gooien, als protest hé Voor de massa is 't rotzooi en zo moeten ze 't ook zien. Als iemand zegt, dat 't mooi is, is dat niet waar, want 't is rot. Maakt dit je werk niet onverkoopbaar? Sommige schilderijen wel, maar een schilder werkt niet in de eerste plaats om te verkopen. Een schilder registreert feiten en die zijn niet altijd even mooi. Ik grijp wel weer terug op die andere stijl, maar eigenlijk is 't zwakheid, omdat je moet schilderen zoals je het op een bepaald moment voelt, of je omgeving het er mee eens is of niet. Hoe wordt je werk ontvangen Over het algemeen vrij goed. Nee. Of goed of slecht. Wie vinden het goed? 't Is jammer, maar alleen de intellektuelen en de semi-intellektuelen. De grotere groep wil er niet aan. Begrijpt je niet. Hangt je werk al in musea? Nee. Waarom niet? Weet ik niet. Hoe oordelen de critici over je werk? Gunstig. Van Welling, Begeer en Donia heb ik goeie kritieken gehad. Vind je hen bekwaam tot oordelen? In grote lijnen, ja. De finesses ontgaan hun meestal. Niet zeggen: „die of die schilder is daar nog niet aan toe.". De meeste kunstcritici veroordelen. Ze moeten alleen maar beoordelen en dat zo objektief mogelijk. Wat vind je van de Salon? Het initiatief was goed. De prijzen waren be lachelijk in verhouding met de huidige financiële normen. Ook zijn er te veel schilders geweigerd, wat m.i. niet nodig was geweest. Ze wilden een globaal overzicht geven van wat er in dit gebied gemaakt wordt. Volgens hen was er te veel puin, dus dan is het niveau te laag. Dan moet je het toch ophangen om te laten zien, dat dat niveau laag is. Zoals de Salon nu was gaf ze een ver wrongen beeld. Toch hoop ik echt wel weer op de volgende Salon. En die andere aktiviteit destijds, Kunst in de fabriek, hoe oordeel je daarover? Dat was niet geslaagd. Waarom niet? Het was te klein opgezet. De animo van de schil ders verslapte, want het kostte te veel tijd en geld. Je moest zelf maar zorgen, dat je werk er kwam. Bovendien werd je werk niet verzekerd. Ook had den ze die doeken op moeten hangen op de plaat sen waar de mens werkt. Nu hingen ze in de kan tine. Dan leven die mensen er nog niet mee. En wat vind je van het Zakkendragershuisje als kunst centrum Ik gun Jan Schaper natuurlijk dat huisje wel. Wat ik wel jammer vind is, dat er in Schiedam geen atelierruimte is voor de schilders. Een paar kol lega's zijn ook bezig geweest, maar kregen het niet. Wij rotzooien hier in te kleine ateliers met lekkende daken en verstopte gootstenen, terwijl er nog genoeg ruimte leeg staat. Maar Schiedam mers geloven waarschijnlijk niet in kunstschilders. Ze vinden het rare mensen met die baarden en zo. Wij worden geloof ik meer gezien als a-socialen die nooit werken en niet als een normaal lid van een gemeenschap. CEES VAN DER GEER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1964 | | pagina 18