137
niet de schrijver is vermeld) is Henricus Sweben op
de Dam. Men bracht hem waarschijnlijk niet aan om
dat iedereen, blijkens een later verschenen vlugschrift,
eraan twijfelde of de regenten dat geld wel konden
opbrengen.
Later verschenen uitgaven, uiteraard normale, zijn
qua lettertype, opmaak, typografische verzorging en
papiersoort volkomen identiek met het gevreesde
vlugschrift.
Tezamen genomen met het feit, dat Sweben die
vele belangrijke werken op zijn naam had staan
totdeintelligentsiavan Schiedam behoorde en daarom
veel in contact moet hebben gestaan met Jager, die
in dezelfde kringen verkeerde, en het vlugschrift af
wijkt van alles wat in zijn drukkerij van de persen
kwam, maakt alles een mogelijke samenwerking met
Mr. Jager niet onvoorstelbaar.
Nauwelijks een maand later, zoals in de inleiding aan
gekondigd, verscheen Semper Idem met een tweede
paskwil, althans werd een door hem ondertekend
vlugschrift onder de burgerij verspreid. De enige
aanwijzing dat dit inderdaad van hem afkomstig is
wordt echter slechts gevormd door het hierboven
aangehaalde citaat. Vermoedelijk is hier een ander
aan het werk geweest.
Niet alleen is het boekje afkomstig van een andere
pers en is het uitgevoerd in een andere letter en ge
drukt op slecht papier, maar ook stijl en schrijfwijze
van beide publikaties verschillen hemelsbreed.
Waarschijnlijk is, dat Mr. W. Jager en Henricus
Sweben een tweede uitgave welke handelen zou over
de particuliere belangen die achter de overeenkomst
schuil gingen, niet aangedurfd hebben omdat dit ge
lijk zou staan met bekendmaking van Semper Idem.
Weliswaar werd dit voor elk ander met 1.000 gulden
gehonoreerd, maar Jager en Sweben had het stel
lig, geradbraakt, op het Galgenveld gebracht.
Het is jammer, dat het werk van Semper Idem, dat
historisch gezien van meer betekenis zou zijn geweest
dan het dagboek van de Amsterdamse regent Bicker
Raye, door een ander werd voortgezet. Inplaats van
een beeld van de mentaliteit der regeerders ver
scheen nu een schets van een weinig hoogstaand
patriot. Een scheldkanonnade, die voor- en nadien
zijn gelijke niet heeft gehad en misschien alleen daar
om waard is te worden vermeld.
Ook werd met deze vlugschriften niet bereikt wat
Jager met zijn publikatie beoogde.
De regenten, van de eerste schrik bekomen, lieten de