„Vergeet niet!" f Er ging al eens eerder een burgemeester uit Schiedam weg 212 Burgemeester M. L. Honnerlage Grete legde op 27 juni 1919 zijn ambt neer. Men ziet de scheidende functionaris hier te midden van zijn raadsleden. Toen mij de foto's, waarvan de lezers hier een reproduktie aantreffen, onder ogen kwamen, moest ik plotseling denken aan een woord: „Vergetennooit", eens in bittere oorlogstijd neergeschreven door de vroegere burge meester van Schiedam, wijlen Dr. Mr. F. L. J. van Haaren. Zij golden toestanden en gebeurtenissen, Nederland aan gedaan door een bezettende mogendheid, die in haar vaandel het begrip menselijkheid niet kon voeren. Volkomen terecht wordt gesteld, dat die jaren nooit vergeten mogen worden. De bezetting is te gruwelijk geweest, het verzet te heldhaftig dan dat haar beelden ooit uit onze herinnering zullen mogen verdwijnen. Maar nu rijst een vraag. Ze kwam bij mij op bij het zien van de foto's, gemaakt bij het afscheid van drie Schiedamse burgemeesters, te weten H. J. Versteeg op 7 november 1905, M. L. Honnerlage Grete op 27 juni1919en H. Stuhle- meyer op 28 februari 1935. Zij waren burgemeester van onze stad Schiedam resp. van 1894 1905, 1910 1919 en 1929 1935, hadden gewerkt in deze gemeente, niet alleen, op zich zelf, maar met anderen: wethouders, raads leden, ambtenaren en vele anderen uit de burgerij. De vraag: mogen wij dit eigenlijk wèl vergeten? Mijns inziens niet. Het is dan natuurlijk niet het strijdbare nooit-vergeten van Van Haaren, maar een niet-vergeten bij het zien van historische documentatie en in dit geval van drie oudé foto's. Hoe goed kunnen wij ons voorstellen, dat de afgetreden functionarissen na hun aftreden, hun vertrek uit de ambte lijke wereld, misschien jaren later nog eens hun blik lieten vallen op de afscheidsfoto en in gedachten de namen noem den van hun medewerkers. Zo zie ik hen zitten, over de foto gebogen, en het is alsof ik hen hoor spreken: „Zou. nog leven? Heb ikniet verkeerd beoordeeld? Isdoor mij niet te hoog aangeslagen? Heb ik toen bij die en die gelegenheid wel juist gehandeld? Wat was dat een mooie dag!". Met een als het ware in zich zelf gekeerde blik denken zij aan het verleden, voorspoed en tegenspoed, aan blijdschap en teleurstelling, kortom aan hun leven. Maar dat niet alleen: ook aan het leven van de anderen. Met de foto voor zich vermenigvuldigen zich hun gedachten. Wat zou het goed zijn als wij hun gedachten kenden, als hun denken zacht spreken was gewordenhet zouden „brie ven" zijn aan allen, met wie zij hadden samengewerkt. Maar op hun beurt zouden ook de medewerkers, bij het zien van de oude foto's dit hebben gedaan: er was dan een dialoog ontstaan, een „briefwisseling" in figuurlijke zin. Dat is misschien de diepere betekenis van het bekijken van een oude foto. Wij moeten haar niet alleen zien als een historisch document, maar ook, ik zou haast zeggen vooral, als een uitgangspunt van mensen, die, ondanks alles, toch een gemeenschap vormen, en met elkaar terugdenken aan het verleden. („Vergeet niet" dus. Het verleden mag niet vergeten worden, mits men ervan overtuigd blijft, dat het heden uit het verleden gekend wordt en in het heden de toekomst begint. Wij zijn ervan overtuigd, dat de binnenkort scheidende burgemeester van Schiedam dit zo aanvoelt, en dat hij ook later als oud-burgemeester zal terugdenken aan zijn Schiedamse periode, de gebeurtenissen in Schiedam na zijn aftreden zal blijven volgen en over de toekomst van onze stad zal blijven meedenken. A. VAN DER POEST CLEMENT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1964 | | pagina 24