„DE DOMINEE EN ZIJN WORGENGEL" Een nieuw boek over Francois Haverschmidt 246 de vrij omvangrijke literatuur over de Schiedamse dominee Francois Haverschmidt is een nieuwe publikatie toegevoegd: in de Stoa-reeks, uitgegeven door G. A. van Oorschot, verscheen De dominee en zijn worgengel. Van en over Frangois Haverschmidt. Preken, voordrachten, brieven en andere documenten. R. Nieuwenhu/s heeft het boekje geschreven. Haverschmidt is in onze literatuur, zeker voor de negentiende eeuw, een vrij unieke figuur. Zijn alter ego, Piet Paaltjens, in zijn studententijd geschapen en op een goede, of liever kwade, dag voor altijd verdwenen tussen de biljarten van de sociëteit „Minerva", bezit een weldadige humor en de Snikken en Grimlachjes van Piet Paaltjens is in het genre één van de weinige poëzie-voortbrengsels uit de negen tiende eeuw dat voor ons nog volop genietbaar is. Hoewel Haverschmidt meer gepubliceerd heeft dan alleen de Snikken en Grimlachjes is vooral de dubbel figuur Haverschmidt-Paaltjens een aantrekkelijk studieobject geweest, temeer toen eenmaal de melancholie van Piet Paaltjens in verband kon worden gebracht met de zelfmoord van zijn schepper en het kostelijk lied van „De zelfmoordenaar" tot akelige waarheid werd. Zwaarmoedigheid |_|averschmidt die de helft van zijn leven hij werd 58 jaar doorbracht als predikant te Schiedam (1864-1894), „de met kurken en dode katten bezaaide oevers van de Schie", had van jongs af aan de on overwinlijke neiging over de dood te peinzen, niet zo verwonderlijk als wij weten, dat in zijn familie van moederszijde het ambt van predikant even over erfelijk was als de zwaarmoedigheid. Zijn kindertijd vormt overigens een periode waarnaar hij later met verlangen terugblikt, vooral in de tijd waarin zijn zwaarmoedigheid hem steeds meer doet terugduiken in die ongecompliceerde kinderjaren, toen de twijfel en een toenemend ongeloof nog niet de basis van zijn handelen en denken vormden, de tijd waarvan hij zelf later in een preek zegt: Ach ja, toen ge nog klein waart, kondt ge zo vertrouwelijk de handen vouwen en bidden: „Onze Vader!" Maar thans Gij wildet dat ge het nog kondt, maar gij kunt het niet recht meer. Soms als ge het nog eens beproeft, ontzinkt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1965 | | pagina 6