KINDEREN EN VAKANTIE
Een enquête van de Schiedamse Gemeenschap
268
^IJFERS nemen in ons teven een belangrijke plaats in. Er zullen maar weinig zaken
zijn, waarover geen cijfers bekend zijn. Men kan u precies vertellen hoeveel schepen
er in Rotterdam zijn acngekomen, hoeveel verkeersongelukken er gebeurd zijn, hoe
veel bezoekers er op het V.V.V. kantoor zijn geweest. Misschien is er zelfs wel iemand
die u kan vertellen hoeveel lantarenpalen er in Schiedam staan. Al deze cijfers zijn
belangrijk voor de mensen die ermee te maken hebben. Een buitenstaander zal vaak
zijn schouders ophalen en zeggen: „Al die cijfers, wat koop ik ervoor". Natuurlijk
zijn er ook zaken die een heleboel mensen interesseren. We zullen er eens een paar
noemen: Schiedam, kinderen en vakantie. Dat zijn zaken die ons allen aangaan. We
hebben er ook een paar cijfers over, waarover u misschien niet uw schouders ophaalt.
In 1964 namen er van de circa 10.000 lagere schoolleerlingen, die Schiedam telt, slechts
300 deel aan de door de Schiedamse Gemeenschap georganiseerde vakantieuitstapjes
naar de duinen van Voorne. Dit was een bijzonder gering aantal. Vooral als men in
ogenschouw neemt, dat er enkele jaren geleden nog 1500 liefhebbers waren voor de
dagtochten naar Hoek van Holland. Het comité, dat deze tochten voor de S.G. organi
seert, heeft zich afgevraagd of het nog wel zinvol zou zijn voor een zo gering aantal
deelnemers in 1965 weer iets dergelijks te organiseren.
Besloten werd een enquête onder de lagere schooljeugd in Schiedam te houden, ten
einde te trachten enig inzicht in de vakantiebeste
ding van de kinderen te krijgen. Alle Schiedamse
lagere scholen (39) werd gevraagd hierbij hun mede
werking te willen verlenen. Een groot aantal scholen,
om precies te zijn 34, heeft positief op ons verzoek
gereageerd. In totaal hebben 191 leerkrachten in
hun klas de enquête gehouden en werden ons over
6983 leerlingen de gevraagde gegevens verstrekt.
Een woord van dank voor de medewerking van de
scholen is zeker op zijn plaats.