Schiedams schildersbedrijf Smits
in nieuwe behuizing
AAN de Nieuwe Haven wordt
een gebouw geschilderd. Hoog
boven de grond staan een paar in
witte overals gestoken mannen op
een aan katrollen opgehangen vlon
der. De muur verkleurt onder hun
kwast van vaalgrijs tot helderwit.
Langzaam maar gestadig, streek
voor streek, krijgt het gebouw een
ander aanzien. Dit tafereeltje van
schilders die een gebouw verven, is
in een nijvere stad als Schiedam
alledaags. De voorbijgangers slaan
er nauwelijks acht op, ze kijken
hoogstens even naar boven met een
blik van je-kunt-nooit-weten-wat-
er-naar-beneden-komt.
In Rotterdam wordt een kerk aan
de binnenzijde opgeknapt. Dat is
meer spektaculair. Om bij het 17
meter hoge plafond te komen
moeten de mannen zichzelf op
takelen terwijl ze op de vlonder
Foto's Hans Visser
32
Al eerder werd in ons blad
geschreven over Schiedamse
bedrijven. In de meeste ge
vallen was daar een bepaalde
reden voor. Er jubileerde een
vooraanstaand man uit het
bedrijf of het was ter gelegen
heid van het zoveeljarig be
staan van een firma. Soms ook
omdat er een nieuw gebouw in
gebruik werd genomen. Dit
laatste is het geval bij de
firma R. Smits, die onlangs
een modern ingerichte schil
derswerkplaats opende. Aan
dit typisch ambachtelijk be
drijf willen wij ditmaal aan
dacht schenken.
staan. De enkele bezoeker van de
kerk houdt zijn hart vast, hij vindt
zijn eigen huiskamer-plafond dat
2,70 meter boven de vloer is al zo
hoog. De schilders zelf worden er
niet warm of koud van, want ze
zijn dit werk gewend.
In zijn nieuwe kantoor aan de Tuin-
laan, worden we ontvangen door
de heer Reyer Smits, de man die
het schildersbedrijf R. Smits heeft
opgebouwd. Vlak na de oorlog in
juli 1945 is hij ermee begonnen.
Klein begonnen, mogen we zeggen.
Op een fiets, de bussen verf aan het
stuur en op de bagagedrager, f400
in kas, met een ziek lichaam als
gevolg van een gedwongen verblijf
bij onze oosterburen en een
kapotte broek.
Enkele maanden later had hij al
vier knechts in dienst. Nu, in 1965,
is zijn bedrijf het grootste schilders
bedrijf van Schiedam met gemiddeld
zo'n 80 tot 90 man aan het werk.
Daarnaast heeft het bedrijf nog een
vestiging in Delft.
Het is de heer Smits niet altijd voor
de wind gegaan. In 1948 brandde
zijn veel te laag verzekerde bedrijfs
ruimte met daarin zijn gehele voor
raad verf, uit en kon hij weer op
nieuw beginnen. De opening van
zijn nieuwe kantoor en werkplaats
zou men als de kroon op het werk
kunnen beschouwen. Voorlopig al
thans, want de heer Smits houdt
niet van stilstand.
„Stilstand is achteruitgang" zegt hij.
„Kijk nu eens naar de ontwikkeling
van het schildersbedrijf in het alge
meen na de oorlog. De tendens is,
net als in andere bedrijfstakken:
groter worden of ten onder gaan".
In 1946 waren er in Nederland on-