Paul Mak
over
Bevrijd Schiedam
DE CANADEES
DE CANADEES
58
'Maar goed,' zo vervolgt de oud-commandant B.S.,
'om vier uur kwam dus die arrestatieploeg bij zijn
huis. Ze bonsden op zijn deur en sommeerden hem om
te voorschijn te komen. Maar alles bleef stil, hoewel
we wisten dat Versteeg thuis was. Nog eens gebonsd
en toen dat ook geen effect had, trapte men de
glazen deuren in en dat had tot gevolg dat Versteeg
zijn vrouw plotseling begon te gillen. Maar hij zelf
kwam niet te voorschijn...'
'Nu stond ik bij dat alles voor de ramen van mijn
eigen huis, aan de overkant dus, in het halfdonker.
En vanuit mijn positie zag ik toen plotseling de ge
stalte van Versteeg opdoemen in de dakgoot. Hij
rende naar de buren en klom daar naar binnen.
Ik ben toen naar buiten gegaan en heb tegen de
arrestatieploeg die me door het cellensysteem
niet kende gezegd: je weet niks van mij, maar
Versteeg is bij Den Hoed naar binnen geklommen.
Den Hoed was een goede Nederlander; zodra die
Versteeg ontdekte, joeg hij 'm weg en ging hij voor
het raam staan. Hij begon naar beneden te wijzen,
naar de voorkamer. De arrestatieploeg zag dat en
begon opnieuw te sommeren. En gelijk gaven ze daar
bij een paar geweersalvo's. Dat hielp! Versteeg kwam
naar buiten met zijn handen omhoog; in niets anders
gekleed dan zijn pyjama. En zijn pantservest natuur
lijk...'
'Ja,' zegt de heer Mak even later, 'zijn houding was
allerellendigst laf. Ook toen ik hem ging verhoren.
Hoe 't met hem afgelopen is? Hij is in afwachting van
zijn berechting tewerkgesteld op Rozenburg en daar
is-ie op een of andere slinkse manier 't moet door
omkoping geweest zijn kunnen ontsnappen. Hij
heeft Spanje weten te bereiken en is daar een poosje
ondergedoken, maar is vreemd genoeg toch weer
snel naar Nederland teruggekomen. Toen is hij
opnieuw gearresteerd en al spoedig bleek dat hij in
hoge mate kanker had. Drie weken na zijn arrestatie
is hij in gevangenschap gestorven.'
Tragedies dus op alle fronten.
Op zaterdag 5 mei, om 20.30 uur precies, hoorde de
heer Paul Mak via de Belgische radio dat de Duitsers
gecapituleerd hadden. Grote vreugde, maar actie
moest uitblijven. Tot 8 mei, toen in Wageningen de
Nederlandse capitulatie-overeenkomst getekend werd,
moest BS-commandant Mak zijn manschappen passief
houden. Passief, maar in hoge mate paraat.
'We kregen pas 's middags op 7 mei opdracht om
volledig te mobiliseren. Daarvóór had ik mijn mannen
allemaal gereed en voor het overgrote deel bewapend
klaar zitten in de alarmkwartieren. Ze mochten
echter onder geen beding naar buiten; dat was voor
velen een harde dobber,' zo vertelt de heer Mak.
Op 7 mei werden de troepen (650 man) in enkele
scholen gelegerd, o.a. in de Lange Singelstraat en de
Francis Haverschmidtlaan. 'Op 8 mei kregen we
opdracht om ongewapend te gaan patrouilleren en
dat was voor velen ook al zo zuur. Want Schiedam
zat immers nog vol met Duitsers. Op Wilton-Fijenoord
zat nog een hele hoop Kriegsmarine en in het abattoir
hadden zich tweehonderd Wehrmachtssoldaten ver
schanst. Om die soldaten met rust te laten, dat ging
Aan komst bij de Schiedamse
B.S.
Als een held wordt hij door
de Schiedammers onthaald.
nog wel, maar we wisten dat er ook volop vee zat en
Schiedam was uitgehongerd. Onze vingers jeukten
om de Duitsers te lijf te gaan; daarvoor waren we
tenslotte opgeleid. Gelukkig kregen we op 9 mei
toestemming om gewapend te patrouilleren,' aldus de
oud-commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Op donderdag 10 mei kwam de eerste eenheid Cana
dezen uit Rotterdam; op die dag begonnen ook de
arrestaties van NSB'ers en Duitsgezinden. Op 14 mei
kwam majoor Jansen van het Militair Gezag en op
15 mei werden de eerste tien dagen van het bevrijde
Schiedam afgesloten met dankdiensten in de Grote
Kerk en de St. Liduinakerk en een herdenkings
plechtigheid op het kerkhof.