Het verzet in Kethel „NIKS BIJZONDERS" Het moet worden toegegeven, dat het verzet in Kethel, indertijd nog een dorpje van ternauwernood 2200 zielen, beter was georganiseerd dan elders in den bezetten lande. Beter georganiseerd en zeker beter voorzien van wapens en munitie. Een staand legertje, vijfenzestig getrainde jongelui sterk, voorbereid te opereren waar dat noodzakelijk werd. k Zover is het gelukkig in Kethel nooit gekomen, gedurende de gehele oorlog niet en dat is de reden dat van helden daden van de verzetsgroep geen gewag te maken is. Ze waren paraat, dat was alles. Ze hebben afgewacht, maar het is er niet van gekomen. f De verzetsgroep Kethel ontstond uit de mensen, die voordat de Binnenlandse Strijdkrachten werden opgericht zich hebben verdienstelijk gemaakt met de bezorging van illegale bladen en individueel verzet en zich, zodra de strijdkrachten in het leven waren geroepen, aaneensloten en bundelden tot dat, wat later een compleet legertje zou worden. Uiteraard in een iets gemoedelijker trant dan in de grote bevolkingscentra, want hoewel je nooit kon weten kent per slot van rekening in het dorp iedereen iedereen en dan is de kans op binnengesmokkelde verklikkers uiterst gering. Een gevolg hiervan was, dat de Kethelse illegaliteit een bijna legaal karakter droeg. Men wist precies wie er aan was, met eigen en voorschrift van de BS valse naam, wist welke wapens er waren, waar geoefend werd en ging gezellig, gewapend en wel je kon immers nooit weten bij elkaar op bezoek. Oefenen deed het Kethels verzet regelmatig. Nu eens hier, dan eens daar, maar hoe verspreid de instructies ook gegeven werden, minstens éénmaal per week kwam men bij elkaar. Men kreeg er instruc ties over de luchtbescherming heette het dan, maar onderwijl.... Onderwijl werd er geschoten. Met stenguns, machinegeweren en zelfs een keer met een bazooka (een antitankwapen). Maar dat was een vergissing. Het ding had niet af mogen gaan. Gelukkig liep het allemaal nogal goed af, slechts een kippenhok werd in puin geschoten en op het erf ont stond een flinke ruzie. Enkele omwonenden, die de klap van de afgaande granaat hadden gehoord, dachten dat deze afkomstig was van een neerkomend voedselpakket en kwamen aangerend om hun deel hiervan in ontvangst te nemen. Maar er was niets, helemaal niets, ondanks de enorme klap, die alleen maar veroorzaakt kon zijn door een zwaar gewicht dat op de grond valt; of door een bazooka, maar daarin gelooft nu nog niemand. Overigens houdt het feit, dat het georganiseerde ver zet in Kethel gedurende de oorlog niet behoefde te opereren geenszins in, dat er individueel door de boeren niets werd ondernomen. Op grote schaal werd illegaal geslacht en werd vlees bezorgd bij diegenen waarvan men wist, dat zij het het hardst nodig had den. Melk werd voor een minimale prijs geleverd aan de Schiedamse ziekenhuizen en op vele boerderijen hebben talloze onderduikers voor kortere of langere tijd een veilig onderdak gevonden. Boer Lansbergen zegt hierover: ,,lk was er ook bij, bij de Binnenlandse Strijdkrachten, maar dat was iets anders. Daarbuiten pleegde je uiteindelijk het echte verzet. Op een gegeven moment stonden er bijvoorbeeld een paar Amerikanen voor de deur. Hier ergens uit de trein gesprongen. We hebben ze enkele dagen hier gehad, ze andere kleren gegeven en zo en hen later doorgestuurd naar een adres in een ander deel van de polder waar ze hen verder naar Frankrijk en vandaar later naar Amerika hebben geholpen. Ze hebben het gehaald. Later, na de oorlog hebben ze ons er nog een paar maal over geschreven." In het dorp en bij de beweging hebben ze het nooit geweten. Dat was het beste voor de onderduikers. Op het moment dat we hem spraken was de heer Lansbergen bij de koeien in de stal. Een rustige be daarde boer, zoals de meesten weinig spraakzaam. Iemand die gewend is te doen wat gedaan moet worden. Gewoon. Dat is ook zijn antwoord op de meeste vragen die wij hem stellen over de jaren '40-'45. „Gewoon." Gewoon ving hij de Amerikanen op, gewoon nam hij deel aan het verzet. Het moest gedaan worden, vindt hij; je hoorde bij de BS en deed daar buiten alles wat mogelijk was om de Duitsers tegen te werken; gewoon. En het buitengewone daarvan is hem nooit opgevallen. Boer Lansbergen: ,,/k was er ook bij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1965 | | pagina 17