Een museum vol
Hitler
zijn moordtuig
Door
Alex Snelleman
Foto's
Anton de
Haan
68
Het gebeurde in de nacht van 5 op 6 juli 1944. Boven bezet Nederland vliegt
de Engelse piloot William Harrer. Nog slechts enkele uren en hij heeft zijn
zoveelste vlucht voltooid.
Alles gaat goed, er is nauwelijks afweergeschut, in feite is het een routine-
vlucht; de steden en dorpen diep beneden hem, zijn gehuld in een ondoordring
bare duisternis.
Nog even en hij is boven zee. Dan, het gebeurt in de buurt van Rotterdam,
breekt de hel los. Zoeklichten priemen door de duisternis, tasten langs de
hemel en vinden hun prooi. Vergeefs tracht Harrer ze te ontwijken, de lichten
laten niet los. Reeds klinkt het gedreun van de ontploffende granaten. Wan
hopig poogt de piloot weg te komen, maar het is te laat. Als door een reus
achtige hand opgetild, schokt het vliegtuig plotseling omhoog, granaten
rijten het toestel uiteen en in een waaier van vlammen stort het omlaag.
Piloot Bill Harrer brengt zich echter tijdig in veiligheid en daalt, hangend aan
zijn parachute omlaag en belandt ergens in een weiland in de buurt van Kethel
onder Schiedam, waar hij zich haastig van zijn parachute en verwarmde
uniform ontdoet.