VRIJ, eindelijk VRIJ!
Twintig jaar jonger, twintig kilo lichter, in een costuum dat pas één maal gekeerd was (dat kon
je zien aan het borstzakje rechts) met zo'n papieren „vouw hem zelf'-boord om de nek, kaakjes
knabbelend (brood dat letterlijk uit de hemel was komen vallen) en in het zekere weten dat het
een kwestie van uren, hoogstens van dagen, kon zijn, zat ik op mijn studeerkamer samen met een
paar vrienden blij te zijn dat we nog leefden.
De ramen stonden open, het was een milde mei-avond rond zeven uur. We spraken niet veel, hadden
eigenlijk voortdurend langzaam kauwend de mond vol (een SENSATIE na veel maanden honger).
Plotseling sprong ik op. „Die vent riep iets, op straat". Een van mijn vrienden stak snel zijn kop
naar buiten.
„Wie, wat?" vroegen we allemaal tegelijk.
Het was een politie-inspecteur op een fiets: „ZE HEBBEN GECAPITULEERD!"
We waren al de trap af. We renden al naar de beste distillateur van de stad. Hij liet de champagne-
kurken knallen. Zijn laatste kist echte sigaren ging rond, we mochten er ieder één!
Het was er vol. Stampvol magere mensen, die een stuk angst van hun hart voelden vallen. „Morgen
om negen uur is het officieel."
Deken Reijnen zat achter de vleugel. Het Wilhelmus klom uit de snaren. We zongen allemaal
mee met natte vertraande stemmen.
VRIJ.eindelijk VRIJ na vijf heel lange, heel bange, heel zorglijke en heel verdrietige jaren.
Die avond van vier mei 1945 zal ik nooit vergeten.
SEBASTIAAN.
73