LI». ILIVfl <r WE vermaken ons best. Het voordeel is, dat ik veel met kinderen omga. Jongens, we gaaneen grote berg zand maken,allemaal helpen met graven" riep ze en even later zat blonde Ellen op de top van een zandverstuiving temidden van een troep juichende jongens en meisjes, die een jongen ingroeven. Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen.... „Toen we aankwamen ben ik in het water gegooid door de jongens, mijn kleren zijn al weer droog." Twaalfjarige Ria de Vries van de Bommelsestraat 52, schaterde het uit, terwijl ze ons haar verhaal vertelde van de eerste uren in de Warande. „Het regende toen we aankwamen, maar dat geeft niet en nu is het weer droog „We hebben Hand in hand kameraden gezongen bij het Feyenoord- stadion. Met z'n allen weet u wel" glunderde Kok van de Heide, een negenjarig jongetje van de Johan de Wittsingel. „Het is hier moor- dadig." Rens Dijkshoorn van de Henri Pclakstraat, negen jaar, genoot met volle teugen. Hijgend van inspanning na een stevige stoeipartij zei Rens: „Vorig jaar ben ik ook meegeweest naar de duinen bij Oost- voorne. Dit hier is veel fijner. Jammer, dat het regende, maar het gaat wel weer over." Het bleef droog en verder wandelden we met de heer Van Laarschot. zwiepende ruitewissers van de bussen, die het hemelwater nauwelijks konden ver werken, brachten iedereen tot het inzicht, dat het die dag „regenjassenweer" zou worden. Maar.„Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen" kunnen kinderen in bos en hei al heel lang („het is toch wel een aardig marslied") niet meer deren en daarom deed het ook de Schiedammertjes niets en de jonge leidsters en leiders zorgden ervoor, dat er spoedig in de barak, waar men voor de regen kon schuilen, een vrolijke stem ming heerste. Verantwoordelijkheid voor de hele groep had de 30-jarige Schiedamse onderwijzer, de heer J. van Laarschot, die het gesprek begon met de voordelen van de „Warande" op te sommen. „Bos, zwembad, kanovijver, speeltuin, zand, speelweide en prachtige barakken, waar we bij regen kunnen schuilen en een res taurant". Terwijl de regen tegen de ruiten kletterde, zei hij zittend in één van de restaurantfauteuils: „Stel je voor, dat je met dit weer in Hoek van Holland of Oost- voorne bent. Waar moet je dan naar toe De „schuilbarak" was leeg. In het bos klonk echter het zingen en roepen, lachen en pra ten van spelende kinderen. „Samen kennen we de mosselman, de mosselman Ellen Verhagen, achttienjarige kleuteronderwijze res, gekleed in een vlotte, rood-wit-blauw gestreepte trui met witte pantalon, had met haar groep een grote kring gevormd en danste en sprong met de kinderen in het rond. „Het is leuk werk. Het contact met de kinderen is erg prettig" zei ze lachend, na dat ze zich had losgemaakt uit de kring van „juf, juf" roepende kinderen. I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1965 | | pagina 10