I
Een Amerikaanse avond
KUNSTCENTRUM SCHIEDAM
134
I
Woensdag 22 september opende het Rotterdams Philharmonisch Orkest het programma van het Kunst
centrum Schiedam Dat werd een muziekfestijn, waard om mee te maken. Het Rotterdams Philharmonisch
Orkest onder leiding van Franz-Paul Decker kwam mét het Rotterdams Conservatorium Koor (dir.
Kees Stolwijk) en vier solisten near Schiedam om een concert te geven, dat we aankondigde als een
„Amerikaanse avond".
Er werd werk uitgevoerd van de beroemde Amerikaanse componisten George Gershwin en Leonard
Bernstein. Vóór de pauze kreeg men van Gershwin te horen An American in Paris en drie hoogtepunten
uit de opera Porgy and Bess (Summertime; It ain't necessarily so; My man's gone now) en na de pauze
werd een selectie uit Bernsteins West Side Story uitgevoerd. De vier solisten warenCarmen Prietto, sopraan
Henriëtte Klautz, alt; Kurt Huener, tenor en Ger Smit, bariton.
Hieronder gaat onze muziekmedewerker dieper in op werk en persoon van de beide componisten
Gershwin en Bernstein.
L| ET is niet eenvoudig zo min voor een Europeaan
als voor een Amerikaan de muziek van Gershwin
en van Bernstein met een juiste appreciatie tegemoet
te treden. Vanuit historisch oogpunt geeft Gershwin
ons nog de minste moeite en het is niet zo moeilijk
in hem ook nog de typische pionier te herkennen.
George Gershwin, die in 1898 geboren werd, verkeerde
in zijn jonge tijd in de kringen van de Amerikaanse
amusementsmuziek en hier leerde hij ook wel zakelijke
met artistieke activiteiten te combineren. Wanneer
men bijv. David Ewens biografie van Gershwin, die
over het algemeen in nogal emotionele bewoordingen
geschreven is, leest, zullen verbazing en wellicht ook
ergernis over zoveel naïviteit, ijdelheid en mercantiele
bezetenheid elkaar regelmatig afwisselen. En men
krijgt geen antwoord op de vraag in hoeverre Gersh
win, die ondanks een gebrekkige opleiding zijn werk
geleidelijk aan uit de massaproduktie van het Ameri
kaanse amusementsbedrijf terugtrok en zich tot de
grotere vormen ging wenden, hier een bewust ideaal
voorzweefde een Amerikaanse muziek te scheppen
met een eigen gezicht en met de pretentie een vol
waardig pendant te zijn van de Europese muziek.
Vanaf 1922, het jaar waarin de Rhapsody in blue
het levenslicht zag, heeft het symfonische in de muziek
de belangstelling van Gershwin. Het Europa van na
de eerste wereldoorlog begon toen op allerlei wijzen
de Amerikanen te interesseren maar wat zij ook van
de Europese kuituur overnamen, zeker niet de kramp
achtige isolatie van zovele Europese kunstenaars.
Gershwin heeft zijn verbondenheid met het dans-
achtige, met de jazz en met de eigen Amerikaanse
amusementsmuziek nimmer verloochend en zijn werk
in deze sector nooit als inferieur gezien. En deze uit
gesproken Amerikaanse trek sloeg aan bij de „door
braak" figuren op het vasteland.
^^ANNEER Gershwin in 1928 naar Europa komt
hoort hij in het Théatre Mogador een arrange
ment van zijn Rhapsody in blue spelen door het
beroemde duo Wiener-Doucet bij het Pasdeloup-
orkest onder Rhené-Baton. Het programma vermeldde
verder nog Francks symfonie en Bachs concert voor
twee piano's. In dezelfde tijd zag hij in het Théatre
des Champs Elysées een ballet op zijn Rhapsodie en
hoorde hij de pianist Wladimir Golschmann in de
Parijse Opera zijn pianoconcert in F uitvoeren.
Ravel vond het niet beneden zijn waardigheid Gersh
win in zijn huis te ontvangen bij welke gelegenheid
hij op de vraag van Gershwin nog bij hem te mogen
studeren de historische woorden sprak: „Waarom
zoudt U een tweederangs Ravel willen worden als U
een eersterangs Gershwin kunt zijn?"
EONARD Bernstein (1918), die wereldvermaard
heid kreeg met zijn muziek van West Side Story,
kwam uit een geheel andere muzikale sector als
Gershwin. Hij kreeg zijn opleiding aan de Harvard-
University en aan het Curtis Instituut in Philadelphia.
Later volgde hij nog directielessen bij de grote diri
gent Serge Koussevitzky. Als assistent-dirigent aan
het New-York Philharmonic Orchestra (toen behoren-