155
De leeftijdsopbouw van de bejaarde bevolking in Schiedam heeft zich in de loop der jaren ook gewijzigd. We geven
de cijfers van 1930,1947,1960 en 1964.
De percentages gelden de totale bevolking van de stad.
Leeftijdsklasse
1930
19
47
1960
1964
m
V
m
V
m
V
m
V
65 69 jaar
1,01
1,14
1,22
1,30
1,76
1,95
1,83
2,07
70 74 jaar
0,70
0,77
0,78
0,97
1,15
1,34
1,36
1,59
75 79 jaar
0,39
0,53
0,46
0,63
0,69
0,84
0,76
1,01
80 84 jaar i
0,36
0,48
0,39
0,48
85 89 jaar
0,26
0,45
0,30
0,44
0,12
0,19
0,14
0,20
90 94 jaar I
0,03
0,05
0,03
0,05
95 jaar en ouder
0,01
0,01
0,01
Totaal in
2,36
2,89
2,76
3,34
4,11
4,86
4,52
5,41
Aantal bejaarden
1.299
1.588
1.930
2.323
3.320
3.901
3.695
4.468
2.887
4.253
7.221
8.163
Hoe het de bejaarden over heel Nederland in deze eeuw vergaat, toont de onderstaande tabel. De cijfers van
1900 en 1960 zijn naast elkaar geplaatst. De spectaculairste kolom is die der boven 95-jarigen. Hun aantal nam
ten opzichte van 1900 met haast 500 procent toe!
Leeftijdsklasse
1900
1960
Toeneming in
65-69
124.111
386.716
211,6
70-74
90.053
292.805
225,1
75-79
58.397
195.933
235,5
80-84
25.361
107.528
324,0
85-89
8.144
39.665
387,0
90-94
1.535
9.008
486,8
95 en ouder
215
1.276
493,5
Totaal 65 jaar en
en ouder
307.816
1.032.931
235,6
Totaal Ned.
bevolking
5.133.365
11.486.631
123,8
65 en ouder in
van de totale
bevolking
6,0
9,0