Ouderdom komt soms met gebreken 160 -i~7 i j 65 jaar zijn geweest. En dat is nu precies wat de medische wetenschap niét wil. Een bejaarde moet zo lang mogelijk buiten een bejaardenhuis blijven en zelfstandig zijn. Van kwakkelen moet hij niet bang zijn; met ouderdomskwaaltjes kun je leren leven. Ook een bejaarde die een beroerte heeft gehad, kan in vele gevallen zij het met veel moeite nog gerevalideerd worden." In de medische wetenschap is de laatste jaren een nieuw soort specialisme aan het ontstaan: dat van de geriatrie. De geriater is een arts, die zich peciaal bezig houdt met de behandeling van bejaarden. In zijn werk past hij de inzichten toe, die de gerontoloog de man die het ouder worden zuiver wetenschap pelijk bestudeert verwerft. Het is de verwachting dat er binnen afzienbare tijd een speciale leerstoel voor de geriatrie aan de universiteiten wordt ingesteld. „De gerontologie", zegt mevrouw Panman, „bepaalt zich niet uitsluitend tot zuiver biologisch onderzoek, maar bestudeert ook het sociale vraagstuk van het bejaard zijn. Men volgt bijvoorbeeld de ouder wor dende mens in de fabriek. Een man kan soms al op 45-jarige leeftijd niet meer helemaal meekomen met het moderne werktempo; de gerontoloog zal dan wegen aangeven om te voorkomen dat hij aan dat werktempo ten offer valt, bijvoorbeeld door te advi seren om hem niet met te veel jonge mensen te laten samenwerken. Erg belangrijk is dat de inzichten die de gerontologie in het bejaardenvraagstuk krijgt, doorgegeven worden aan de hele maatschappij. De mensen moeten „bejaarden-minded" worden, weten met wie ze te doen hebben, weten wat kan en wat niet kan, wat moet en wat niet moet." Wat niet moet is bijvoorbeeld de bejaarde te snel te hulp komen. „We moeten zo weinig mogelijk helpen," aldus mevrouw Panman, „natuurlijk moeten we wel helpen als het werkelijk nodig is, maar zo lang de bejaarde zijn eigen boontjes kan doppen, moeten we hem dat laten doen. Zelfstandigheid is erg belang rijk voor hem, als preventie en als therapie." Over therapie sprekend komen we terecht bij zuster Burger. In haar kliniek boven de winkels van de Oranjegalerij past zij dagelijks op vele Schiedamse bejaarden bewegingstherapie toe. Zij leert mannen en vrouwen om te gaan met de verschijnselen die aan de ouderdom eigen zijn. Zo nodig leert zij de bejaarde weer lopen of verbetert zijn ademhalingstechniek. „Het is niet nodig, dat een oude man of vrouw na een beroerte thuis ligt te verkommeren", zegt zuster Burger, „de verlammingsverschijnselen kunnen op geheven worden. In de helft van de gevallen is vaak reactivering mogelijk." Een stokpaardje van zuster Burger is het verpleeg-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1965 | | pagina 16