De oude mens - een middel om de Bejaardenzorg door de eeuwen heen Tekst en tekeningen Hans van der Sloot 166 ic, 'Kees,' zeid'ie, 'as jc ze me niet geeft, zei ik an de Vader zeg gen, wat ie onder je hemd hebt, hoor!' Ik besturf as 'en doek, en gaf 'em de zes centen. Maar ik zeid' er bij: 'Klaas, je bent een schurk!' Dat zei ik. Of ie daar toen toch kwaad om geworden is, kan ik niet zeggen; maar gisteren mot ie dronken geweest zijn, en toen de suppoosten 'cm 't blok andoen lieten, het ie as 'en gek geschreeuwd en gezongen: 'Kees het geld! Kees het geld! Onder zen hemmetje het ie geld!' de broers vertelden 't me, toen ik in 't Huis kwam. Ik was as 'en dooie. We gingen na' de mannezaal en kleedden ons uit. Klaas lag er al en snurkte as 'en os. Toen ze allemaal sliepen, stak ik me hand onder me hemd om et zakkie weg te nemen en, als ik kon, in 't strooi van me buister te verstoppen. Maar eer ik et los had, daar ging de deur ope', en de Vader kwam op de zaal met 'en lantaren. Ik viel ach terover op me kussen met et geld in me hand, en tuut de as 'en gek mens na' de lantaren. Ieder stap, die de Vader dee, voelde ik op me hart. 'Kees,' zeid' ic, over me heen bukkend: 'Je hebt geld; je weet wel dat jc dat hier in 't Huis niet verstoppen mag'; en meteen trok ic 't uit me hand. - "t Is voor een doodhemd,' stotterde ik, en viel op me knieën in de krib - maar 't holp niet. 'We zeilen 't voor jc bewaren,' zei de Vader, en maakte het zak kie ope', en telde het geld bedaard. Mijn eigen ogen hadden et niet gezien sunt ik et er in genaaid had; dat was dertig jaar ge leden; et was mijn, eigen, lief, begrafcnisgcldje. 'Ik zweer je dat ik er niets voor doen zei,' huilde ik, 'dan me eerlek laten begra- Ven.' - 'Daar zeilen wc zelf wel voor zorgen,' zei de Vader; en weg ging ie met et geld en met de lantaren. 'Klaas,' riep ik hem na, 'het et je verteld, omdat ie'maar wat holp het of ik ge- zeid had, omdat ie 'en lap is! wat holp et of ik hem verteld had dat Klaas alle dag na' de Vette Vadoek ging Ik had er me geld [7»] (Uit Keesje het diakenhuismannetje - Camera Obscura) IN maar weinig dingen weerspiegelt zich zozeer het verleden als in de nauw met de „grote" historie verweven ge. schiedenis van de sociale zorg en belang, stelling. Het verhaal van de sociale gedachte, hoe rudimentairdie ook mocht zijn, hoe anders dan die welke wij op het ogenblik bezitten is geschiedenis. Het is de geschiedenis van het menselijk gevoelsleven, van de groots heid en tegelijkertijd de beperktheid daar van. Het is de graadmeter waarvan wij kunnen aflezen welke geest een tijds gewricht heeft beheerst, hoe deze de daar in levende mens heeft beïnvloed en welke de mentale aanleidingen waren tot de gebeurtenissen in diezelfde „grote" ge schiedenis waarin de sociale maatschap pelijke historie ogenschijnlijk zo'n geringe rol speelt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1965 | | pagina 22