OUD ZIJN
IN
SCHIEDAM
(4)
171
,U weet wel: licht, lucht en water.
Goed als je oud bent. Ik weet de
Mariastraat en de BK laan te be
hagen. Dan loop ik door de Plan
tage, naar de Maasboulevard. In
groot tenue he en dan ga ik daar
zitten. Dan doe ik dik he en drink
een glas bier van een gulden..."
De heer M. Dollee, hij spreekt een
tikje geaffecteerd en zeer gearticu
leerd. Hij komt helemaal in zijn ver
haal en springt van de hak op de
tak: Waar was ik ook weer ge
bleven? O ja, vijfentwintig jaar
geleden kwam ik in Schiedam. Ik
heb een harde jeugd gehad en ook
de keuken nog geleerd. Mijn vrouw
was van joodse afkomst. We kropen
in 1940 uit het puin vandaan, we
woonden tegenover een school in
Rotterdam, net als nu. Ik heb nu
een waakhond (lacht uitbundig),
straathond van geboorte. Hij is erg
waaks. Dat moest wel, toen er in
gebroken en brand gesticht was.
(Wordt heel ernstig, stem beeft):
Ik heb een lijdensweg gehad met
mijn vrouw. Mijn vrouw is een paar
jaar geleden overleden. Zuster
Keijzer, kent u die Van het Groene
Kruis, die heeft me over een af
grond heen geholpen. Ik leef als een
bohémien en voel me als een vorst.
Zo lang ik gezond blijf, voel ik me
rijk. Mijn eindpunt zal wel een rust
huis zijn. Laatst zag ik Sebastiaan.
Kent u die Ik zei tegen hem,,Voor
jou heb ik een opdracht. Die heb je
te volvoeren en ik duld geen tegen
spraak. Jij zorgt dat ik in een rust
huis kom.Ik zei dat gekscherend,
maar het kan wel eens nodig
zijn
,,Van de week? Kom ik weer voor
het Kantongerecht. Dan bel ik de
pers op. Maken er een aardig stuk-
kie van. Als rechtskundig adviseur
mag ik iemand verdedigen. Ja, zo
heb ik een heel mooi leven. Ik heb
met Mr. Van Vloten kennis ge
maakt. Ik maakte, in vol ornaat,
een buiging. Je moet eerbied heb
ben voor de geleerdheid. Verdedig
de een jonge man die f 5,boete
kreeg. Ik heb toen geweldig staan
liegen. Die jongeman had een twee
ling en enfin, een heel plastisch ver
haal. De heren gingen staan, jawel,
dat doen ze ook nog. Om te gieren.
Ze konden hun lachen niet houden.
De Kantonrechter deed er twee
gulden af. Voor ieder van de twee
ling een gulden, voor hun spaarpot.
Want hij had zelf ook jongens."
„Zaterdag gaat er een revue van
me. Hij is door de dames goed
gekeurd. Wist u dat? In de Gordon-
straat is een buurtvereniging alleen
voor dames. Ik maak revues voor
bruiloften en partijen. Zo kom je
nog eens in het nieuws. Er moet
over me gesmoust worden. Laatst
een heel aardig briefje van B. en W.
gekregen. Wij AOW-ers hebben een
club. We vergaderen voor het
station, of we zitten bij het Vrij
heidsbeeld lekker in de zon met de
struiken achter je rug. Of in het
Postkantoor. We hebben mede
werking van de directeur. Er is een
tafel bij gezet. Kost geen cent, er
is centrale verwarming. Maar er
moet orde heersen. Als geestelijk
adviseur van de AOW-ers heb ik
eerst hulde gebracht aan het
Gemeentebestuur: voor het majes
tueuze station, voor de Daltonflat,
en toen om een artistieke rustbank
voor de oudjes gevraagd. Maar de
grond daar is van de Spoorwegen.
Er zal te zijner tijd wel in voorzien
worden. En als we nou gaan zitten
zeggen ze tegen me: heb je een
plaatsbewijs van Koos de Kapper?
Ik ben de 78 gepasseerd. Toen ik in
dit huis kwam werd het me ver
huurd als pakhuis he. Er staat in de
statuten dat ik het moet verlaten,
in de toestand, waarin ik het ge
vonden heb."
We hebben zo het gevoel dat dit
Koos de Kapper wel zal lukken.
J. DE VLIEGER-VERBEEK.