ficaat dat hem de hoedanigheid van
„ere-burger van Assen" laat hebben.
Piet Kreeft vertelt: „Het was in
1947.Met Kunst na Arbeid waren
we aan het uitwisselen geslagen met
een toneelvereniging in Assen. Zij
kwamen hier spelen en wij gingen
een paar weken later naar Drente.
Nou, 't stuk was eruit en we zaten
gezellig onder elkaar wat na te
praten in de zaal. Komt daar plot
seling de voorzitter op toneel! Hij
zegt: „Het gemeentebestuur van
Assen wil de vereniging Kunst na
Arbeid eren en of secretaris Piet
Kreeft maar even op het toneel wil
komen." Ik schrok me wezenloos,
want het was bloedheet die avond
en ik zat in een eenvoudig sport-
shirtje. Op het toneel alleen maar
kerels met zwarte pakken, hcge
hoeden en ambtsketens om. Piet
Kreeft, zei toen een van die mannen,
Piet Kreeft was tot ereburger van
Assen benoemd. Huppekee: een
grote oorkonde, mét zegel en een
toespraak. Ik wist niet wat ik zeggen
moest.
Hij begint te schaterlachen. „Nou,
ik werd beduveld dat begrijp je
toch zeker wel! Dat hele gemeente
bestuur bestond uit een stel jongens
van een andere toneelvereniging,
die die Schiedammers eens lekker
in de maling wou nemen!"
Piet Kreeft, algemeen geacht hove
nier te dezer stede, speelt vanaf
1945 toneel. Een advertentie in een
plaatselijk blad deed hem destijds
deel worden van een komisch duo
„Watt en Halfwatt" genaamd. Piet
Kreeft was de Halfwatt; in de adver
tentie werd ook nadrukkelijk ge
vraagd om een man van nogal klein
postuur.
„Komisch, ja, komisch dat ben ik
eigenlijk altijd gebleven in mijn rol
len. Ik moest altijd de clown zijn",
zegt Piet Kreeft. „Eén keer moest
ik een dramatische rol spelen en
toen zetten ze me een zwarte pruik
op. En een geruite pet. Nou man,
zo ernstig als het stuk was
D'r werd me toch gebruld toen ik
opkwam! Ik schijn een bijzonder ko
mische verschijning geweest te zijn
met pruik en pet."
Op Watt en Halfwatt volgde een
korte periode spelen bij de bereids
ter ziele gegane toneelvereniging
„Luctor et Emergo". Piet Kreeft
speelde met veel succes de rol van
Doruske Timmer in „Kinderen van
ons volk." Hij ging vervolgens naar
Kunst na Arbeid over en bleef er
tot 1961. Toen had KnA geen spelers
meer en bleef Piet Kreeft met een
loze secretarisfunctie zitten. Hij deed
een poosje niets en ging toen over
naar „Tot steun in de Strijd."
Maar bij Kunst na Arbeid speelde
hij zijn fijnste rollen. Om een paar
stukken te noemen (ik schrijf ze uit
de plakboeken van Piet Kreeft over):
Kom terug, kleine Sheba, Midzomer-
nachtsdroom, Beschuit met muisjes,
Van ander ras, Onweer, Hyena's
over de grens en Ghetto.
Piet Kreeft roert een ander onder-
werp aan: de Schiedamse revues
waarin hij van 1951 tot 1960 tot de f