Piet Kreeft
188
grote loltrappers behoorde. Hij
heeft pakken foto's uit die tijd en
ze tonen hem in tientallen kostuums
en evenzovele gekke situaties. Een
cowboy, een politie-agent, een sul
tan in een harem, een supporter op
een voetbalveld, een journalist in
een ruiten kolderpak, Piet Kreeft in
badpak zwemmend door de zee.
„Een prachttijd", zegt hij, „als ze
me morgen zouden vragen: Piet, we
gaan weer een revue maken en doe
je dan weer mee dan zou ik zeggen:
ja graag! Want ik heb er opper
beste herinneringen aan. Heerlijk
man! En de eerste jaren hadden we
aan vijf avonden in het Passage
theater nog niet voldoende. Hele
maal uitverkocht was het steeds!"
Aan die revues bewaart Piet Kreeft
ook de herinneringen van de kolen,
die amateur-toneelspelers elkaar zo
gaarne stoven. Hij vertelt: „Ik ben
een man, die als er op toneel een
slokkie gedronken moet worden,
dan ook graag een écht slokkie
heeft. Gekleurd water, daar word
ik ziek van. Dus ik heb altijd écht
bij de hand, als ik 't maar een beetje
met de regisseur kan versieren. Zo
ging dat ook in een van die revues.
Ik moest schielijk een paar borrels
drinken en dat waren alle avonden
echte borrels geweest. Tot de laatste
avondToen pakte ik het glaasje
en toen proef ik me toch opeens zo
iets onversneden spiritusachtigs, dat
ik haast mijn hart uit mijn lijf hoest
te. Maar ik móest nog een paar bor
rels nemen vanwege het stuk en dat
heb ik toen ook maar gedaan."
„Een andere keer", gaat Kreeft ver
der," had ik een scene waar ik met
twee koffers moest rondlopen. Toen
had een of andere grappenmaker
zware gewichten in die koffers ge
stopt, dus ik kwam er haast niet
mee overeind. Een enorme keet
achter de coulissen! Maar toen liet
ik me met die koffers vallen en begon
te kreunen. Nou, dat had je toen
moeten zien achter die zelfde coulis
sen. Allemaal witte gezichten en
kreten van: Jongens, Piet heeft z'n
poot gebroken, wat moeten we nou
doen
„Op die manier", grijnst Piet Kreeft
voldaan, „had ik ze toch nog
te pakken."
A. W.