De klokken van de Grote Kerk
219
In oude tijden, vele eeuwen
geleden, komt in archief
stukken het woord
„clockengeslach" voor.
Hiermede wordt niet al
leen bedoeld het slaan van
de klokken, maar ook het
stedelijk grondgebied. Het
lijkt vreemder dan het is:
alle bewoners van de stad
moesten de klokken horen
luiden, waar in de stad of
op de weilanden er omheen
zij ook werkten. Vandaar,
dat het accent wel eens ver
plaatst wordt en „clocken
geslach" stedelijk gebied
wil aanduiden.
Wie enige kennis heeft van de geschiedenis van de
stad, beseft dat de klokken op de toren van de Grote
of Sint Janskerk, midden in de stad, het meest ge-
eigend waren om een centrale funktie te bekleden,
ook al hadden tal van geestelijke en openbare ge
bouwen kleinere klokken.