clusie van de raadsvergadering, waarin
men akkoord gaat met de krediet
verlening van bijna het gehele voor de
bouw benodigde bedrag. Burgerij, sport
clubs en bedrijfsleven moeten de res
terende ton bijeenbrengen.
29 aug. 1964: Het grootste gedeelte van de
staalconstructie wordt van Gorkum naar
Schiedam overgebracht en opgeslagen
bij de N.V. Kraijema Zandstraalbedrijf
aan de Strickledeweg.
19 dec. 1964: De wethouder van Sport
zaken en Financiën, mr. P. van Bochove,
slaat de eerste van de in totaal 581 palen.
31 mei 1965: Junioren van bijna alle Schie-
damse sportverenigingen bieden in de
week die op deze dag volgt zeventien
duizend zakjes met speldjes aan. De
Schiedamse bevolking reageert dit keer
bevredigend.
21 sept. 1965: Arbeiders bevestigen het
veertiende spant en bereiken daarmee
het hoogste punt van de sporthal.
15 nov. 1965: De Schiedamse sporthal is
onder dak! Vrijwilligers beginnen nu
aan het interieur.
23 april 1966: DE SPORTHAL GAAT OPEN.
bezorgde de wethouder van Financiën (juist: mr.
Van Bochove) weer een paar grijze haren....
Als men uit het voorafgaande de conclusie mocht
hebben getrokken, dat de bewindsman slechts dan
met het verschijnsel sporthal te maken kreeg als er
centen op tafel moesten komen, haasten wij ons
prettiger gebeurtenissen in de herinnering terug te
roepen, waarbij hij betrokken was. Hoogtepunten, zo
als de bliksemactie medio februari '64, toen tientallen
jonge leden van Schiedamse sportvereningingen de
bittere kou trotseerden om huis aan huis bouw
steentjes te koop aan te bieden.
„Laat onze hele burgerij tonen achter dit plan te
staan en bereid te zijn daadwerkelijk in de totstand
koming van de sporthal bij te dragen," aldus burge
meester mr. J. W. Peek aan de vooravond van de
actie. Veel succes had zijn oproep niet: van de zestig
duizend beschikbare bouwsteentjes gingen nauwelijks
twintigduizend in andere handen over. „Een flop",
schreef een dagblad 's anderendaags en ook Cor
Bolmers toonde zich teleurgesteld. Maar wethouder
Van Bochove achtte de perspectievan gunstig en
voorspelde: „De sporthal komt er"!
En toen de eerste stap in die richting werd gezet,
stond hij natuurlijk vooraan. In oliejas en met veilig
heidshelm op het hoofd. Want wie anders dan hij, die
zulk een grote rol in de realisering van de plannen had
gespeeld, zou op die voorlaatste zaterdagmorgen van
1964 de eerste paal hebben moeten slaan? En tussen
degenen die tenslotte het hoogst punt van de hal
zagen bereiken, stond mr. Van Bochove vanzelf
sprekend ook.
Een dezer dagen was er weer een hoogtepunt.
En tevens eindpunt. Want het onmogelijke is waar
gemaakt: oud roest werd tot sporthal!
\00 p
Sp 0*r HaL-
Sp£Ü>JES