E. J. M. Nolet EEN EEG AA T VOOR EEN R. K. ZIEKENHUIS Schiedam en Schiedammers vim vroeger Ji. u-an. deA Tiaeat Giement 40 Twee februari 1845: te Schiedam wordt uit het huwe lijk van Joannes Andreas Nolet, „koopman en distil lateur" nergens in ons land werd deze combinatie veelvuldiger aangetroffen dan hier ter stede en Catharina Maria Wenneker een zoon geboren: Edu- ardus Joannes Maria Nolet. Het gezin Nolet bestaat uit vader, moeder en zes alle ongehuwd gebleven kinderen. Met het overlijden van E. J. M. Nolet op 17 mei 1913 in het monumentale pand aan de Lange Haven, waar in thans de Stichting „Spaarbank Anno 1820" is ge vestigd en dat door haar, na het heengaan van dokter Nolet, uit zijn boedel is gekocht, verdwijnen iemand en iets, bij onze stad horend: een mens en een dokters huis. Immers Eduardus J. M. Nolet treedt niet toe tot het specifiek Schiedamse beroep van die dagen, maar gaat in Leiden medicijnen studeren. Na zijn promotie ves tigt hij zich in zijn geboortestad, in hoofdzaak armen praktijk, geneesheer van enkele „ziekenbossen". Bij Koninklijk Besluit van 9 augustus 1877 wordt hij be last met het onderzoek van de bemanning van van zee komende schepen. Een Schiedams raadsbesluit van 28 maart 1884 brengt zijn benoeming tot geneesheer directeur van het stadsziekenhuis, toen nog aan de Lange Achterweg. 12juni 1899: achter zijn bureau de geneesheer-direc teur Nolet. Hij schrijft een brief aan de gemeenteraad van Schiedam: „De ondergetekende, Geneesheer- Directeur van het Ziekenhuis alhier, verzoeke Uwe vergadering eerbiedig hem ontslag van deze betrek king te verleenen, met ingang van den dag, waarop de nieuwe verordening op het ziekenhuis zal worden ingevoerd Twee weken later wordt hem door de raad der ge meente het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze verleend. Zowel door de burgemeester als door raadsleden wordt met nadruk naar voren gebracht, dat zij dokter Nolet zo graag voor de gemeente hadden willen behouden en dat zij hem tevergeefs hadden pogen te overreden. Het lijkt mij goed dit hier zo te zeggen. Er is geen sprake van persoonlijke tegenstellingen, maar er komt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 16