HOR VATH WEG 44 Wie concludeert dat Schiedam en Rotterdam tot voor kort aan de bestaande verbindingen dus kennelijk voldoende hadden, slaat de plank volkomen mis. Het dagelijkse kreunen en zuchten van duizenden weggebruikers in het centrum van Schiedam, op het Marconiplein en bij de Mathenesser- en de Lage Erfbrug in Rotterdam maakte maar al te duidelijk waar de schoen wrong. Dat een nieuwe, grote opluchting brengende weg pas op de 6e april van het jaar 1966 kon worden geopend, vindt simpelweg zijn oorzaak in het feit, dat een der gelijke verbinding niet één, twee, drie uit de grond is te stampen. Zeker een weg als de onderhavige vraagt veel overleg. De problemen die in de studeerkamer en daarbuiten de kop opstaken waren niet gering! De studie begon indertijd met de vraag welke functie een nieuwe weg moest hebben: die van een zuiver plaatselijke verbinding voor het woon-werkverkeer Schiedam - Rotterdam dan wel die van onderdeel van een doorgaande verbinding Westland - Maas sluis - Vlaardingen - Schiedam - Rotterdam. De keus kon definitief worden gemaakt, toen de plannen voor Rijksweg 20 ten behoeve van het doorgaande west- oostverkeer in het vat waren gegoten. Toen eenmaal het karakter van de geplande verbin dingsweg vast stond, ging het erom een ontwerp te creëren waarbij de afleiding van de bestaande route (via Rotterdamse Dijk en Schiedamse Weg dus) zo groot mogelijk zou zijn. De weg moest daarnaast in de eerste plaats gericht zijn op de nieuwe ont wikkelingen in Schiedam. Dat betekende: een tracé ten noorden van de dijk. In het westen van Rotterdam was voor een dergelijk tracé slechts één aanknopings punt: de in het verlengde van het Weena gelegen Beukelsdijk. Dat bij realisering van dit tracé talrijke barrières ge nomen moesten worden Delfshavense Schie, goede renspoorbanen, verbindingsweg Marconiplein - Spaan- sepolder, toegangsweg station Schiedam, Schiedamse Schie en de wegen tussen het centrum van Schiedam en Rijksweg 20 met de ten noorden daarvan ontwikkel de gebieden schrikte de plannenmakers niet af. Deze barrières vormden overigens niet de enige zorg een ander punt was dat in west-oostrichting ruimte moest worden gevonden, liefst zo dicht mogelijk bij de spoorbaan. Dit leek aanvankelijk een onmogelijke opgave, daar de Rotterdamse wijk Spangen reeds dicht tegen de spoorbaan aan ligt. Daar kwam dan nog bij dat in het spoorwegplan-Mouton een baanverbreding ter plaatse was opgenomen met een in de nabijheid te stichten halteplaats Spangen. Schiedam, Rotterdam en NS gingen aan tafel zitten en begonnen te praten. Na vele onderhandelingen wijzigden de spoorwegen hun plannen en kregen de twee steden de ruimte. Het officiële verzoek aan NS om langs de spoorbaan grond beschikbaar te stellen dateert van november 1956. Sinds het begin van de studie waren toen al heel wat jaren verlopen.... Het reserveren van grond in de eigen, gemeentelijke uitbreidingsplannen was overigens ook niet altijd even moeiteloos verlopen. In februari 1959 konden de technische diensten van Schiedam en Rotterdam hun overleg als afgelopen beschouwen. De directeur van Gemeentewerken van Schiedam ging op de 10de van dezelfde maand met het ontwerp akkoord mits er zekerheid bestond dat binnen enige jaren met de aanleg zou worden begonnen. Deze voorwaarde behoefde geen bevreemding te wekken: de aanleg zou in Schiedam zeer belangrijke investeringen bij het nieuwe station tot gevolg heb ben. De Rotterdamse dienst van Stadsontwikkeling ad viseerde B. en W. op 18 februari de gevraagde toe zegging aan Schiedam te verstrekken, doch het college wenste daar niet toe over te gaan zonder op de hoogte te zijn van de kosten. Daar werd toen nog over gerapporteerd. Ten slotte kwam alles in kannen en kruiken: op 18 sep tember 1959 verenigde de gemeenteraad van Schiedam zich met de plannen, op 10 december 1959 kwam de Rotterdamse raad met een krediet over de brug. Het bouwen kon beginnen! Zes jaar later rolt het resultaat onder de wielen door. De papieren voorgeschiedenis van de stedelijke auto weg is in de archieven opgeborgen. Wij gunden u er een blik in omdat het wel eens leuk is te weten wat er bij de aanleg nog meer kwam kijken dan zand, beton en asfalt. En wat samenwerkinq vermaq J. BRIËR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 20