Anita Zwaans 78 eind-examen voor piano-lerares. Via dezelfde Marinus Flipse kwam Anita bij de Muziek school in Capelle a.d. IJssel terecht: ..Er was plaats voor een accordeon-lerares. Ik kon er meteen piano bijdoen". Waarom ging Anita niet naar een conservatorium? „Ach, dat komt (en nu moet je niet denken, dat ik uit de hoogte doe) omdat ik misschien wat voor lig op anderen. Dan krijg je aanpas singsmoeilijkheden en dat is altijd vervelend". Toch kreeg ze vorig jaar een uitnodiging om aan het conser vatorium in Parijs te gaan stu deren: „Ik heb er van afgezien, omdat ik er niet voor voel om op kamers te gaan wonen. Meestal verwaarloos je jezelf een beetje, want ik heb al zoveel ellende ge zien bij studenten en (even hakkelt ze, maar dan blozend en met een wanhopige uitdrukking op het gezicht:)nou ja, eer lijk gezegd kan ik ook niet zo goed van huis!" Anita's muzikale interesse is vrijwel onbeperkt. Hoewel de piano haar het meest trekt, heeft ze ook veel belangstelling voor andere instrumenten: „Eigenlijk zou ik alles wel eens willen proberen. Dat orgel is heerlijk, maar ook een viool of harp lijken me heel fijn. Ik heb overigens wel eens op een trom pet geblazen; na een week deden mijn kaken nog pijn!" Haar piano-activiteiten brengen Anita ook in contact met andere vormen van kunst. Ze begeleidt bijvoorbeeld lessen in een ballet school te Delft. Ze bewondert ballet niet alleen passief, maar neemt er ook actief aan deel. Ze kijkt graag naar (vooral) klas siek ballet en als er een uurtje over is, danst zij graag mee: „Om zelf te doen vind ik modern ballet eigenlijk het fijnst. Omdat je zelf jong bent voel je, geloof ik, de bewegingen beter aan". Over de begeleiding van ballet lessen: „Je moet zuiver improvi seren. Je kunt er geen muziek werk bijhalen, dat is veel te ingewikkeld. Voor ieder drie kwartsmaatje een ander mu ziekstuk. Dan heb je zeker wel twintig boeken nodig. Nee, ik neem gewoon een klein thema en daarop borduur ik dan wel verder. Vaak de ingewikkeldste dingen. Improviseren is bij ballet erg belangrijk. Je moet sfeer in een les kunnen brengen. Bij een adagio bijvoorbeeld moet je de dansers kunnen boeien, zodat de bewegingen beter uitgevoerd worden. Bij zoiets moet je het gevoel van de dansers als het ware aftasten en een passende begeleiding vormen". Een grote wens is bij de modieus geklede Anita Zwaans nog niet in vervulling gegaan en het ziet ernaar uit, dat het altijd wel een wens zal blijven: een paar grote handen (ja, het klinkt zeer vreemd). Terwijl ze een octaaf aanslaat: „Zie je wel, ik kan maar net een octaaf grijpen en eigenlijk moet je minstens van C naar D kunnen grijpen. Als ik een stel octaven achter elkaar moet spelen, dan zit ik er ook vaak naast. Geluk kig ben ik erg snel met mijn vingers, daarom merk je daar niets van. Ik spring gemakkelijk over. Maar toch zou ik wel graag een paar grotere handen heb ben". W. AMMERLAAN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 18