T
1
jé»
J
k wi
pp"
mm*
119
4
cineasten en filmregisseurs zijn vaak aanwezig.
Op de tweede verdieping heerst een geheel andere
sfeer. Het is de „coaching"; hier leidde Jan Schaper
na „Alles voor ikke" zijn mensenmateriaal verder
op overeenkomstig de principes, welke men ook in
de beroemde Actors Studio in New York huldigt.
In deze ruimte organiseert Open Studio werkavonden
en wordt jonge mensen iets verteld over de manier,
waarop Schaper met actrices en acteurs voor de
camera een „gebeuren" wil realiseren. Want Schaper
wil trachten een tweede werkgroep te vormen. Met
de eerste, zo heeft hij aangekondigd, zullen korte
speelfilms worden gemaakt. Indien blijkt dat zijn
theorieën inderdaad een nieuwe fase voor de Neder
landse speelfilm inluiden begint hij aan de productie
van een grote film.
Maar zo ver is het nog lang niet. Eerst zal moeten
blijken of Christien van Roon, Marjo Hofhuijs, Loek
Rood, Herbert Voogt, Martin van Dalen en enkele
andere Schaper's visie op het leven naar de door
hemzelf geschreven scenario's op een aanvaardbaar
niveau kunnen uitbeelden.
Intussen voldoet het Zakkendragershuisje volkomen
aan de functie van ontmoetingsplaats. Er is al een
kern van jonge Schiedamse mensen, die elkaar hier
regelmatig ontmoeten en vaak urenlange gesprekken
voeren, waar ze elders nauwelijks aan toe komen.
Dat is de kracht van het huisje: Mensen, die in het
jachtige leven van onze moderne tijd eens tot rust
willen komen en argeloos het huisje binnenlopen,
zullen er steeds willen terugkeren.
„Dit is het helemaal", zeggen ze tegen elkaar.
Zo reageerden ook de drie mannen, wier namen
in de wereld van de televisie een begrip zijn geworden.
Ze gingen, overigens onafhankelijk van elkaar, eens
bedachtzaam zitten in de comfortabele stoelen in
de leeszaal en luisterden zwijgend naar de klassieke
muziek, welke zachtjes uit de luidsprekers komt.
Hun verging het zoals het iedereen vergaat, die voor
de eerste keer tussen vier uur des middags en midder
nacht het huisje betreedt: ze kwamen na hun drukke
werkzaamheden tot zichzelf. En dat is veel waard.
ALEX SNELLEMAN