De „Veteraan" De „Draufganger" 121 JOHN REES en zijn vrouw Gina (beiden 35 jaar oud) zijn record houders in de internationale jeugd uitwisseling. Zij zijn namelijk onder de leiders van alle deelnemende landen degenen, die het vaakst de jaarlijkse reis naar het gastland aanvaardden. Waarom „Omdat we het leuk vinden natuur lijk," lacht anatomieleraar John Rees, „en omdat we er gewoon niet meer vanaf kunnen komen. Dit jaar hadden we een vakantie naar Spanje gepland, maar op het laatste moment moesten we toch maar met de jeugduitwisseling mee, vonden ze in Neath." Het echtpaar Rees was in alle deel nemende steden: Udine, Esslingen, Vienne, Norköping en dit jaar dus Schiedam. HEEFT HIJ geroutineerde toe rist voorkeur voor een bepaalde stad? Of is hij te beleefd om die voorkeur uit te spreken? Inderdaad, dat is hij. Want, zegt hij: „Alle steden hebben hun grote attractie. Udine geeft je de kans om schitterende steden als bijvoor beeld Venetië te bezoeken; Vienne, daar moet je heen om lekker te eten en te drinken; Esslingen is dé stad voor de ware sfeer van de jeugduitwisseling; Norköping biedt een geweldig natuurschoon in de omgeving. Voorkeur? Nee, die heb ik eigenlijk niet." JOHN REES is er de man niet naar om, sprekend over de internationale jeugduitwisseling, filosofieën weg te geven over Europese eenwording en andere zijns inziens nogal ab stracte zaken. Hij ziet de uitwisse ling als een goedkope manier voor de jeugd om „vakantie" te hebben. Als men ieder jaar tijdens de uit wisseling twee weken lang zou gaan doorzagen over het „volkseigene" en het opheffen van grenzen, dan vindt hij zou al spoedig de pret van de jeugduitwisseling af zijn. „Wij," zegt hij, „door gewoon te doen, gezellig, hebben een eigen, ongemerkte manier van integreren, van nader tot elkander komen. Ik geloof ook wel dat het een doel treffende manier is. Misschien juist omdat hij niet vooropgezet is." John Rees was duidelijk op vakantie in Schiedam. A. W. bleek toen óók te kunnen lachen. Een beetje plezier mag je als wereldhervormer van tijd tot tijd toch wel hebben, niet soms? Daar had hij alles van, deze 22-jarige Esslingse pedagogiestudent: de wereldhervormer, slechter van vooroordelen, bestormer van landsgrenzen, de inte- grationist, de "nieuwe Duitser" die met afschuw achterom kijkt naar wat in zijn land was en dan snel weer naar voren kijkt om te zien wat is en wat nog moet komen. Een "Draufganger" van het goede soort. Richard Kramartschik is vanuit die kwaliteit ook naar Israël gegaan, nog niet zo lang geleden. Bedeesd, maar niet op de knieën. Hij zegt: "Je zou denken dat je je als Duitser in het hol van de leeuw waagt, ook al is de oorlog al meer dan twintig jaar voorbij. Maar onze ervaring we zijn met een groepje jongeren gegaan was anders. Men is in Israël heel wel bereid om met je te praten. Ze begrijpen daar natuurlijk ook wel dat het nu niet bepaald de slechtste Duitsers zijn, die naar Israël komen. We hebben urenlange gesprekken gevoerd, met jongeren en met ouderen. En toen begrepen we nog beter wat er in die oorlog allemaal gebeurd is. Wat zeg ik.Eigenlijk begrepen we het steeds minder". "Nee," zegt Kramartschik,"we hebben in Israël niet rondgelopen, beladen met schuldgevoelens. Ik was tenslotte pas twee jaar toen de oorlog afgelopen was. Onze houding was wél zo, dat we op geen enkele manier aanstoot konden geven. We hebben veel Engels gepraat, maar het gekke was dat veel Israë liërs het leuk vonden om weer eens Duits te kunnen spreken." Een van die uit Duitsland afkomstige Israëliërs RICHARD KRAMARTSCHIK zag er uit als een ernstig jongmens. Totdat hij de dansvloer op ging met een van de Duitse meisjes uit de jongerenploeg die hij in de jeugduitwisseling aanvoerde. Richard Kramartschik

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 13