LEZEN IN HET SPOORBOEKJE 'T VALT MEE... MEER VOORDELEN „VLAARDINGSE" BUSLIJN 124 De TEE 10 (Rheingold) passeert Schiedam. Binnenkort stopt zij hier, in Rotterdam-West. Voor reizigers met bestemming Rotterdam en verder zijn door het niet stoppen van de sneltrein even min grote bezwaren ontstaan. Zelfs op de rustigste uren kan men vier maal per uur van Schiedam naar Rotterdam reizen. Voor de ver binding met onze grote buurstad zou de sneltrein weinig gewicht in de schaal leggen. Ditzelfde geldt voor reizigers die van Rotterdam in de richting Gouda reizen. Voor deze richting ontstaan alleen be zwaren voor reizigers met bestem ming België en Zeeland. Deze moeten nu te Rotterdam over stappen, hoewel enkele treinen naar Roosendaal en verder te Schiedam stoppen. Minder prettig is echter, dat als men vanuit Schiedam naar de Betuwe wil reizen, men in Dordrecht lang op aansluiting moet wachten. Voor dit bezwaar gelden niettemin dezelfde overwegingen die ook be staan voor de minder goede ver binding met Enkhuizen. Na het bovenstaande gelezen te hebben zal het iedereen duidelijk moeten zijn, dat het met de benade ling van Schiedam nog al mee valt. Men kan zich echter nu voorstellen dat de vraag opkomt: „Waarom heeft de N.S. dan zo'n mooi station gebouwd, terwijl de belangrijkste treinen juist doorrijden?" Ook hier maakt men echter een fout. Het station Schiedam is gebouwd als een voorstadsstation en niet als een hoofdstation. Dat het toch een station met een zekere allure is geworden heeft twee oorzaken. Allereerst kan men in een stad van circa 80.000 inwoners geen station bouwen, dat ook als halte bij een forensendorp dienst zou kunnen doen. Ten tweede heeft Schiedam het geluk dat het ligt op het punt waar de lijnen uit Hoek van Holland en Den Haag samenkomen en er reizigers zijn, die zullen moeten overstappen. Vanwege deze laatste reden zal men ook de grote over kapping en de restauraties op het derde en tweede perron hebben gebouwd. Dank zij deze faciliteiten wordt met ingang van de dienstregeling 1967/ 1968 het station ook in het inter nationale verkeer opgenomen. Dan zullen de D-treinen van Utrecht naar Hoek van Holland en omge keerd (waarbij de TEE-trein Rhein gold) te Schiedam gaan stoppen om de Rotterdammers, want daar voor is het in de eerste plaats bedoeld, gelegenheid te geven zo dicht mogelijk bij hun woonplaats in- en uit te stappen. Behalve deze voorzieningen heeft Schiedam nog andere voordelen boven Rotterdam-Noord, welke halte de huidige stopplaats der bedoelde treinen is. Het station beschikt over ruime parkeerter reinen, biedt een vrij snelle mogelijk heid voor autobezitters om het Rotterdamse Centrum te bereiken en heeft een directe spoorverbinding met Vlaardingen, Delft en Dor drecht, vanwaar men op het ogen blik twee maal (te Rotterdam C.S. en Noord) moet overstappen. Het enige nadeel dat het station hier ten opzichte van Rotterdam Noord heeft is de minder goede R.E.T.-verbinding met de Rotter damse binnenstad. Vanuit Noord kan men met de tramlijnen 10 en 14 in het centrum komen, terwijl Schiedam alleen maar beschikt over buslijn 44, daar de Koemarkt te ver van het station is gelegen. Boven dien ligt het Rotterdamse eindpunt van de genoemde buslijn niet in de binnenstad en zou het zeer zeker aanbeveling verdienen dit eindpunt te verplaatsen naar de Rochussen- straat, vanwaar men kan over stappen naar alle richtingen. Ook zou het bepaald een ver betering van de verbindingen met het station zijn als de „Vlaardingse" buslijnen 43 en 48 werden doorge trokken. De meest ideale toestand zal echter eerst bereikt worden als de geprojecteerde tramlijn over de middenberm van de Horvathweg is verwezenlijkt. Na het voorgaande gelezen te hebben zal men tot de volgende slotconclusie moeten komen: „Het is jammer maar begrijpelijk dat de sneltreinen niet te Schiedam stop pen". Gelukkig is er voor de mensen, die hiermede niet tevreden zijn nog een kleine hoop voor de toe komst. In 1968 zal de Benelux- tunnel gereed komen. Deze tunnel betekent een grote verbetering voor het verkeer tussen IJsselmonde en Voorne-Putten enerzijds en Schiedam anderzijds. Voor de mensen, die ten westen van Hoog vliet wonen wordt het Schiedamse station het dichtsbijzijnde. De directeur van de Rotterdamse Tramweg Maatschappij, welke maatschappij het grootste deel van de busdiensten op de bovenge noemde eilanden onderhoudt, heeft in februari van dit jaar verklaard, dat zodra de Beneluxtunnel gereed is, er een buslijn zal komen van de bovengenoemde eilanden naar Schiedam. Mede vanwege het feit dat de R.T.M.-bussen na het gereed komen van de Rotterdamse Metro niet meer zullen doorrijden naar het Centraal Station kan deze lijn veel reizigers naar het Schiedamse station brengen. Misschien dat, als men de W.S.M.- bussen tevens langs ons station laat rijden, daar dan zóveel reizigers zullen komen, dat de N.S. het stoppen van de sneltreinen in onze stad verantwoord vindt. J. H. S. M. VEEN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 16