WILTONS REUZEDOK SNELLE AANPASSING AANWINST VOOR SCHIEDAM 116 Vergeet niet, dat het goedkoopste dok toch altijd nog een vijftien miljoen kost. Dan loont het de moeite alle mogelijkheden van te voren volledig uit te zoeken. Het kost meer in het begin, maar je verdient het later drie- tot vierdubbel terug..." Een der directeuren van de N.V. Dok- en Werf Maat schappij Wilton Fijenoord, de heer Ir. C. H. Meeuwisse, legde bij de opening van het nieuwe dok de nadruk op de enorme schaalvergroting, die zich de laatste tien jaar op dit gebied heeft voorgedaan. In de periode tussen 1945 en 1950 was eeö tanker van 17.000 ton bepaald nog een groot schip, maar nu in 1966 zijn er al ettelijke schepen in de vaart met een draag vermogen tussen 100.000 en 150.000 ton. De vooruit zichten zijn een stijgende groei: er zullen binnen afzienbare tijd tientallen tankers van stapel lopen, die meer dan 150.000 ton meten, ja er zijn er in aan bouw van 300.000 ton. Daarom heeft Wilton Fijenoord 51 miljoen gulden uitgegeven voor een reparatiedok, geschikt voor schepen tot 150.000 ton en reeds is te kennen gegeven, dat men voor een nog groter dok omziet naar een terrein in Europoort. Het is van betekenis, dat reparatie aan zulk schip in zo kort mogelijke tijd gebeurt, want de zg. „idle days" kosten voor 150.000 tonners ongeveer 30.000 gld. per dag. Een dok van deze afmetingen moet, ook al om deze reden, snel hanteerbaar zijn: Dok 8 loopt dan ook in één uur tijds vol. De dokdeuren kunnen in 12 minuten worden geopend of gesloten. De drie grote pompen ver werken 25.000 m3 water per uur elk. De schaalvergroting, aldus Ir. Meeuwisse, eist een snelle aanpassing van de mens. In de eerste plaats van de ontwerpers, van de directie om ver genoeg in de toekomst te schouwen, maar ook van de een voudige werkkrachten, die steeds groter objecten te hanteren krijgen. Men werkt in het bedrijf nu met verdubbelde lengte en verdubbelde dikte van de huidplaten. Men praat nu gemakkelijk over 40 mm plaat i.p.v. 8 of 10 mm en alles past zich aan. Het zijn dezelfde mensen, die het doen, zij het dat de middelen veranderen. ,,U verbaast zich vandaag niet meer over een dok van vijftig miljoen," aldus Ir. Meeuwisse, „maar 50 miljoen is anderhalf maal het eigen kapitaal en we hebben het grotendeels uit eigen beurs betaald. We moeten het allemaal met eigen handen doen en dat geeft spanningen en moeite. Wij gaan, zo menen wij, met onze tijd mee. We konden tijdens de uitvoering door de invaart- opening wat wijder te maken, het dok zonder de hoofdafmetingen te wijzigen, geschikt maken voor schepen tot 150.000 ton draagvermogen, in plaats van de oorspronkelijk nagestreefde 130.000 ton. We zeiden: denk erom maak het dok zo groot mogelijk. Nu is het dok geopend en nu zeggen we: gelukkig, dat we althans dit nog hebben...". Een nieuwe „trend" in de scheepsbouw is ook het hanteren van heel omvangrijke constructiedelen, pre-fab neuzen of achterstevens, die aan de wal gemaakt worden, soms terwijl het te repareren schip nog naar de reparatiewerf onderweg is. Maar voor die soms meer dan 100 ton wegende scheepssecties heeft men enorme kranen nodig. De schaalvergroting spreekt tot de verbeelding als men de kranen van de eerste naoorlogse jaren vergelijkt met die van thans. Na de oorlog gebruikte men bij Wilton vijf- en tientons kranen. Het nieuwe dok heeft een brugkraan met twee takels van elk 100 ton, dus met 200 ton hefver mogen in totaal. Het ding staat op enorm hoge poten om het contact met scheepsmasten te vermijden. Onderaan de ligger van deze brugkraan is er nog een verrijdbare zwenkkraan met een hefvermogen van 15 ton. Langs de lengtezijden van het dok zijn er ook nog kleinere kranen, rijdend op rails binnen de baan van de vijftig meter hoge poten van de brug kraan. Het zal u interesseren te vernemen, welke aanwinst Schiedam voor de vijftigmiljoen van Wilton Fijenoord heeft gekregen en daarom willen wij u wat cijfers laten horen. De dokvloer bestaat uit een laag van zes meter beton, waarvan 52.500 m3 onder water gestort is en de rest een laag van drie meter dikte uit gewapend en aan de heipalen verankerd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 8