JANUS STOKHOF
en de
ZEGELTJES
JENEVER
een briefje
ten
afscheid
i
TA, Janus Stokhof daar zit je nou op je laatste vaten met onvervalste
moutwijn. Je weet nog wel, wanneer die foto gemaakt werd: een week
of wat geleden en je staarde een beetje droef in de lens. Melancholiek is een
beter woord. Je wist dat het je laatste zit was en je had je bril recht gezet
en je haar gekamd en je probeerde opgewekt te kijken. Maar dat lukte niet
helemaal. Je maat Bram Hoogstad, 69 jaar oud vier jaar ouder dan jij
probeerde je nog op te kikkeren. „Joh, Janus," zei hij, „kijk toch niet zo
in-droef! De mensen zouden nog gaan denken dat je van onze moutwijn treurig
wordt. Hé Janus, maar dat is toch niet waar?"
Je schudde van nee en je keek in de lens. Het was voor een plaatje in de krant:
„Een Schiedamse jeneverstoker gaat met pensioen".
Weet je nog, Janus Stokhof?
Je vertelde over die vierenveertig jaren dat je daar gewerkt had op de Wester
kade, in die distilleerderij van Wittkampf waar altijd vaten lege en volle
buiten stonden. Vierenveertig mooie jaren waren het geweest, zei je. Want
jij, Janus Stokhof, had altijd een produkt gemaakt waar je trots op kon zijn.
Moutwijn, de echte, onvervalste, volgens oeroude regels overgehaalde, ouwe
klare. „Goed spulletje," zei Bram Hoogstad en jij knikte. „Betere jenever is
er niet dan onze moutwijn," zei Hoogstad. En jij knikte opnieuw.
En toen zei jij zelf: „Jazeker, de jajem uit mijn ketel, zo vind je ze in de hele
wereld niet." En je keek er zo oprecht bij, dat niemand zou denken dat je
overdreef. Hoogstad zei en jij knikte weer instemmend Wat dacht
je met zo'n ketel? Betere jenever is er niet. Voor mij geen spiritusjenever
hoor, al kun je tegenwoordig haast niks anders meer kopen. Moutwijn, daar
word je op de duur wel dronken van, maar nooit ziek. 't Is haarzuiver spulle
tje."
166