herfstige zaterdag
de vrijwillige
eer van Schiedam
ober 1936: een
w bracht voor
XPLOSIE OP DE
AKIS NOMIKOS
Het was een sombere zaterdag. De herfstwind had van
uit zee grauwe wolken landinwaarts gedreven, die de
stad een trieste aanblik gaven. Weinig kon men 's mor
gens vermoeden hoe droevig die dag zou worden.
Het gebeurde omstreeks kwart voor tien. Met een enor
me dreun, die tot ver in de omtrek te horen was en zelfs
op de Coolsingel in Rotterdam de ramen deed trillen,
ontplofte aan boord van het bij N.V. Wilton-Fijenoord
gemeerde tankschip „Petrakis Nomikos" een oliebunker.
Een ketel werd door de kracht van de explosie door het
dek geslagen. Een stuk van de railing werd driehonderd
meter verder op de werf gesmakt. Een kraan, die mid
scheeps stond, werd weggeslagen en viel op het dek. On
middellijk sloegen de vlammen aan alle kanten uit het
schip, waarover veel olie was verspreid.
Het betekende groot alarm voor de Schiedamse brand
weer, die meteen aan boord ging en trachtte de bij de
explosie gewonde bemanningsleden en werklieden van de
werf uit de vlammenzee te redden. Moedig betrad men
het schip. „Ja, je bent bang, maar het gaat snel over
Voor enkelen zou het de laatste reddingspoging zijn.
Nauwelijks was men aan boord van de tanker of er
deed zich een tweede ontploffing voor, nog heviger dan
de eerste. In één verschrikkelijke seconde verloren der
tien mensen, waaronder twee brandweerlieden, kring
commandant Jacobus Nieuwenhuyse en brandmeester
J. van der Plas het leven. In panische angst vluchtte men
van boord.
Een speciale verslaggever van een Rotterdamse krant
schreef over het verschrikkelijke moment van die tweede
explosie:
„Een groot deel van de reddingsploeg, brandweerlieden
en politieagenten, bevond zich aan boord om de ongeluk-
kigen, die bij de eerste ontploffing getroffen waren te
helpen, toen de tweede geweldige explosie het schip
openscheurde en brokken ijzer en staal door de lucht
deed vliegen.