mx uiiLLLi: i 1 ■'■SlKfe De explosie op de Petrakis Nomikos Éftfêc 0 - k'-^r-' 'i;S V I Wï-1 'V LIL Cili ClUJ C~Ci li i.OJ t i-'i Wf&V Hf f J il LUC CO 1 lÉtiiOlidl'JLl 192 De kist inet het stoffelijk overschot van Jacob v. d. Plas werd op een brandweerwagen naar de laatste rustplaats gebracht. Foto rechts: bij de brandweerkazerne be vindt zich een plaquette waarop te hunner nagedachtenis de namen van de twee brand weerlieden die bij de ramp met de Petrakis Nomikos om het leven kwamen, gebeiteld staan. c v /zrw t i r Een moment was iedereen verstijfd van schrik, maar op hetzelfde moment werd men door panische angst be vangen; iedereen voelde zich in levensgevaar. Men liep door elkaar in wilde vlucht, waarheen wist niemand Nergens was men veilig. Sirenes loeiden met angstaan jagend gehuil over de werf, ziekenauto's schoten in dolle vaart af en aan. Doden, verminkten en zwaargewonden werden op ladders getild en naar de verhandkamers gedragen. En op de achtergrond lag onheilspellend het verraderlijke schip, waaruit hoog de vlammen oplaai den Die angst was niet ongegrond. Even later dreunde de tanker weer. Opnieuw was er een enorme lichtflits, die het noodlottige einde van enkele gewonden betekende. De schade was nauwelijks te beschrijven: „Het gehele dek was opengespleten evenals de gehele huid aan stuur boordzijde. De machinekamer stond in laaiende gloed en er was geen bijkomen aan. Het gehele schip trilde; vooral de tanks sidderden, alsof al het ijzer vibreerde, waaruit kon worden afgeleid, dat er in de ruimen en de tanks nog een grote spanning zat, die door de gasvor- ming, tengevolge van de hitteontwikkeling voortdurend groter dreigde te worden en tot nieuwe explosies kon leiden Onder die moeilijke omstandigheden verrichtten de brandweerlieden van Schiedam, Vlaardingen en Rot terdam hun zware taak, gadegeslagen door duizenden mensen, die zich voor de poort van de werf hadden verzameld. De leiding van de brandweer kon maar één ding doen: de reddingspogingen moesten worden gestaakt. Met te genzin verlieten de vrijwilligers vooral de man schappen A. van Eijk en B. W. Frederiks weerden zich als ware helden het rampschip. Uren van martelend wachten begonnen. Het 7020 ton metende schip brandde intussen als een fakkel. Zieken auto's reden af en aan; de geneeskundige diensten van Rotterdam en Schiedam snelden met alle beschikbare middelen naar de onheilsplaats, waar velen in angstige spanning stonden te wachten op nieuws. Pas tegen het vallen van de duisternis kon de brandweer opnieuw aan boord. „Je bent bang, maar het gaat snel over Onverschrokken beklommen de moedige redders de tanker, waaruit nog dikke rookwolken omhoog stegen. Zij vonden naast de enorme ravage slechts de lijken van de mensen, die door de tweede explosie waren ver rast. Pas zaterdagavond kende men het juiste aantal:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 16