193
dertien doden. Weer rolden de vrijwillige brandweer
lieden de slangen uit en richtte men een waterkanon
op het rokende schip.
Een reddingsploeg had de trieste taak om de slacht
offers te bergen. Een enkele redder kon zijn tranen
niet bedwingen. Hij had een gewonde man noodge
dwongen moeten achterlaten en hem beloofd terug te
komen. De tweede ontploffing werd het slachtoffer fa
taal.
Een moedige redder had samen met zijn zoon de hel van
rook en vuur getrotseerd. Blij waren ze geweest, dat
ze er goed vanaf gekomen waren. De jongen was bij de
derde explosie gedood Zo kwam men weer van
boord toen de duisternis was gevallen. Tot half elf des
avonds bleef de brandweer op de werf. Toen was de
strijd gestreden.
Des avonds schreef een speciale verslaggever: „Een
zwarte dag voor Wilton, een zwarte dag voor heet Schie
dam is voorhij. Een grauwe trieste avond heeft de
lange uren van spanning omhuld. Langzaamaan keert
Schiedam tot normale levensomstandigheden terug.
Zelfs na de ontzettendste rampen herneemt het dage
lijks leven zijn rechten
Ook voor de Schiedamse brandweer. Nieuwe branden
Het Schiedainse brandweerkorps nu. De
foto werd gemaakt ter gelegenheid van het
60-jarig bestaan. Vooraan in het midden bur
gemeester Roelfsema.
vroegen later hun aandacht. Zij staat steeds paraat. De
vrijwilligers gaan voor de burgerij letterlijk door het
vuur, tot elke prijs, de hoogste: het leven.
Na de ramp schreef de Schiedamse Courant in een
rouwkader op de voorpagina: „Wij buigen eerbiedig
het hoofd en brengen in gedachten een eresaluut aan
hen, die vielen bij het vervullen van hun plicht en aan
hen, die met wegcijfering van zichzelf zich meldden als
helpers.
Onder hen bevinden zich helden. Al baat dat de geval
lenen niet en zal het hen, die thans diep gebukt gaan on
der het leed, niet opbeuren, voor de anderen, die iets
verder afstaan van de ramp, is het toch wel een troost
rijke wetenschap, dat er in de wereld waarin wij leven
behalve grof ego'isme toch ook opofferingsgezindheid
aanwezig is KI
G. v. d. FEIJST