Piel van
Stuivenberg
232
Via zijn ontwerp voor Schiedams verzetsmonument
en beeldje dat in de tuinen van de gemeentekwekerij
staat, komt het gesprek dan op gang.
Is het met de inhoud van het artikel van Paalman in
het S.G.-blad eens:
Ja, Schiedam is beeldarm, trouwens Rotterdam ook
nog, als je de grootte van de steden gaat vergelijken. En
het is niet zo'n dure beweging, gans niet, het geeft rijk
dom aan een stad, er moet meer zijn dan een scheeps
werf en wat huizen. Zo'n beeld, hè, al is er maar één die
er leukigheid in vindt.
Hoe vind je het verzetsmonument
Ach, ik ben blij dat het er staat, meesterwerken
worden er zo weinig gemaakt. Wie zal bepalen wat mees
terwerken zijn? Trouwens, wie ook zal bepalen, dat bijv.
buitenlanders knapper zijn
Natuurlijk zijn er wel buitenlanders die ik bewonder.
Henri Moore, maar dat is zo kalm gezegd, dat doen we
allemaal, verder Arp, Giacometti.
Ben je er wel eens door geïnspireerd
Nee, je neemt de dingen waar, maar eenmaal weer
thuis, dan ben je 't vergeten en maak je toch weer waar
je voorliefde naar uitgaat. Als je dan zo wat stukken
steen hebt staan, kijk je ze eens aan en dan begin je, hè.
Wilt is die voorliefde
Er is een thema, dat me altijd geboeid heeft:
moeder en kind.
Ook in je abstrakle werk
Ja, misschien niet leesbaar, maar de sfeer, de geest
die 't uitstraalt, dat is de intimiteit van, noem 't moeder
en kind.
Oorspronkelijk was je toch steenhouwer
Ja, ik heb te weinig ambachten gehad en eigenlijk
toch ook te veel. I'k ben pottenbakker geweest en als elf
jarige jongen stond ik als inzepertje op een stoof in een
kapperszaak. M'n opleiding als steenhouwer heb ik ge
had bij Groeneweg en later bij Van de Most in de Lange
Nieuwstraat. Goede zaak, joh, maakte nog het goeie
steenhouwerswerk: consoles, lofwerk, voluten. Ook gin
gen we wel eens wat wapens halen in oude kerken, die
dan gerestaureerd moesten worden.
Sommigen op de zaak vonden toen, dat ik lekker te
kende en dat ik daar wat aan moest gaan doen. Ik zou
naar de akademie moeten, maar wist ik wat een aka-
deniie was, dat was Rotterdam en Rotterdam, daar kwam
je toch nooit? Goed, 't werd dus de akademie. Eerst was
't een beetje tekenen en dan invullen met waterverf. Toen
kwam ik bij Wittenberg of Mees terecht, die niet begre
pen, waarom ik niet beeldhouwde. Maar ja, wist ik veel,
als je de hele dag in de steen zit, dan wil je 's avonds
toch wel eens wat anders doen Toch ben ik blij, dat ik
die kant gekozen heb, het is het mooiste, dat ik tegen
gekomen ben in m'n leven.
Vertelt dan hoe moeilijk het was om te kunnen wer
ken, vooral toen door de eerste wereldoorlog de aanvoer
van steen uit België ophield en de steenhouwerij zonder
werk raakte. Als opluchting kwam toen, maar dat was al
na de oorlog, de opdracht om het Provinciehuis in Arn
hem van wapens te voorzien.
De laatste jaren zijn de problemen wat dat betreft
minder geworden, mede door diverse opdrachten.
Zijn laatste opdracht was een groot beeld, bestemd
voor Hoogvliet. Werkt hij niet, dan leest hij.
Wat lees je dan
Ik grasduin zo'n beetje in de filosofie en in de
boeddhistische leer, ik lees wat over opgravingen in
Israël en Egypte.
Geen kunstboeken
Kunst, nee. Dat kan je zo op een dwaalspoor bren
gen. Je moet veel laten om zuiver te blijven, geloof ik.
Zo heb ik me ook nooit wat van kritiek aangetrokken.
Critici hebben je nooit geholpen. Het werk is het belang
rijkste, ik kan het alleen maar maken. Al het andere is
een kwestie van etaleren, dat kan ik niet, daar moet je
ook een gave voor hebben. De grootste moeilijkheid is
ook ze kwijt te raken, maar het enkele keertje dat ze er
dan een uitzoeken, 'kan ik kwaad zijn, dat dat weggaat.
Maar je waardeert het toch wel, dat er gekocht wordt,
bet is toch een teken, dat de mensen je werk begrijpen?
Stuivenberg herinnert dan aan de rake karakterisering
die Mr. Huijts van ,,'t Venster" van zijn werk gaf.