233 Dit gebeurde tijdens een opening in de RKS-zaal aan de Lijnbaan waar Stuivenberg de slotexpositie verzorg de. Deze karakterisering was zelfs zo goed, dat ze later gestencild werd en (bij mijn weten) de enige inleiding tot en beschrijving van het werk van Stuivenberg werd. Stuivenberg zelf herinnert zich „Meestal stelt men het zo, dat de beeldhouwer het beeld bevrijdt uit de steen, maar het mijne houd ik ver borgen, dat was goed gezien van Huijts, vooral in mijn jongste werk is dat te vinden en ik geloof, dat dit het wezen van de skulptuur is, je wilt het wel naar buiten brengen, maar vooral tracht je de zuiverheid te krijgen die persoonlijk bedoeld wordt." Zelf kan ik niet nalaten u mee te laten lezen van wat Huijts zegt het is alsof hij zijn verbeelding in de steen in sluit, alsof hij, hakkend, niet iets wat al in de steen ver borgen ligt, vrij maakt, naar buiten haalt, buitenkant maakt, maar alsof hij een mantel van jaloerse liefde hangt om een geheim dat hij in de steen vermoedt; of misschien ook wel juist alsof hij iets, iets innigs, iets van zichzelf, zijn eigen verbeelding in de steen wil opsluiten. En de buitenkant, het beeld, dat is dan een teken van verzwegenheid, een mysterieuze mantel, een voorhang die voor een levensgeheim gevallen is; de kunstenaar, de man, is de steen binnengegaan, zijn diepste zelf heeft hij eraan toevertrouwd en daaromheen heeft hij alle in gangen afgesloten, met een beweging, die weerhoudt en onthult tegelijk Als Collette zijn lampen ingepakt heeft en Stuivenberg het idee heeft, dat het er (gelukkig) opzit, staat hij op met de mededeling Ik ga eens even een paar lekkere prentjes halen, ik geloof niet, dat je ze al kent. Aan de fotograaf legt hij dan uit, dat hij naast het beeldhouwen ook nog lithografeert: Je moet wel's rusten, vandaar dat ik beeldhouwen met schilderen en lithograferen gecombineerd heb. Je moet niet altijd hetzelfde doen, zelfs niet met die litho's. Als ik er zo'n vijfentwintig gemaakt heb, ga ik weer eens wat anders doen. Ik heb tot nog toe het geluk gehad elk jaar iets anders te kunnen maken. Dat heb je, als je niks verplicht bent, dan kan je nog 's wat doen. Én na een korte pauze Al die dingen moeten in stilte geboren worden, 't Is toch al moeilijk je zuiver te houden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 33