Ir 267 resultaat was een voor Schiedam unieke samenspraak tussen de burgerij en de over heid. Een zinvolle samenspraak ook, al hebben we niet de illusie dat de argumenten die burgemeester Roelfsema te berde bracht, werkelijk indruk gemaakt hebben op de ionge (maar ook oudereteach-inners die vóór hem hun felle filippica hadden geuit over de destructieve bestemming, die het gemeentebestuur, in hun ogen willens en wetens, aan het plukje oude panden rond het Zakkendragershuis heeft gegeven. Daarvoor waren de meeste sprekers te zeer gefixeerd op hun eigen idealen en droom kastelen. Bovendien hadden velen het drukker met interrumperen dan met luisteren. En daarnaast toonde meer dan een spreker de neiging om zich door geen enkel argument, hoe hecht doortimmerd ook, van zijn overtuiging te laten afbrengen. Zeker niet als die argumenten afkomstig waren van zo'n vermaledijde „regent" (de burgemeester)dat wezen dat dezer dagen in het grootste verdomboekje aller tijden zit. TA/E blijven nog even bij het initiatief tot de teach-in. We zeiden al dat het dit keer van de jongeren moest komen. Het succes ervan voor de wederzijdse begripsverbetering durven we dat weliswaar niet kolossaal groot te noemen, maar dat de leefbaarheid van de stad ermee gediend was staat o.i. buiten kijfmoet het gemeentebestuur inspireren om als de gelegenheid zich voordoet, óók eens het initia tief te nemen. Er zijn talloze onderwerpen, die zich voor een bredere samenspraak dan in de gemeenteraad geschiedt, lenen, ht veel buitenlandse steden vooral in Duitsland) kent men het openbare spreekuur van het gemeentebestuur, dat zich daarbij door ambtelijke specialisten laat assisteren. In Schiedam zou het ook nog we! eens mogelijk zijn. Bij voorbeeld als straks het grote saneringsplan gereed is. Nu over de teach-in zelf. Het moet ons van het hart, dat het niveau der discussianten op uitzonderingen na nogal gering was. Bovendien bleek Schiedam opschaa Iverkleind evenveel querulanten op te kunnen brengen als het grote landelijk samengestelde publiek, dat men altijd bij teach-ins over belangrijker onderwerpen voor radio en t.v. laat opdraven. Door de evenredig grote tijd, die vooral de nietszeggers/hardschreeuwers zichzelf toematen, ging veel van de vaart verloren. Daarbij komt dat veel sprekers niet alleen hun oor niet wensten te lenen aan hun opposanten, maar ook niet aan hun medestanders, zodat ieder argument een repetitie onderging en met soms wat meer en soms wat minder kleur, verschillende malen in het strijdperk gesmeten werd. En dat is slaapverwekkend. TE ERUIT het interessantst werd de teach-in toen burgemeester Roelfsema tot dan geïnteresseerd, soms ook geamuseerd, toehoorder de handschoen opnam en zich bij één van de microfoons posteerde. We vonden het moedig, zij het vanzelf sprekend. Niet iedere gemeentebestuurder in Nederland zal die vanzelfsprekendheid be amen, want hij weet dat hij in zo'n situatie min of meer aan de wolven overgeleverd is en hij weet ook dat zwakte zich meedogenloos manifesteert. Burgemeester Roelfsema moet zich echter niet zwak gevoeld hebben, getuige de zelfverzekerde manier waarop hij naar voren trad en de voor hoon onbevreesde manier waarop hij zijn aanvallers attaqueerde in datgene, dat zij zelf als hun grootste goed beschouwenhun jeugdige zorgloosheid. Langharig en tóch kortzichtig, dat was in feite zijn redelijk verwijt, al nam hij het woord langharig niet in de mond en waarom zou hij?) Het werd meer een clinch-gevecht dan een debat, maar het was in ieder geval boeiend. JEN SLOTTE: wat is nu het resultaat van Schiedams eerste teach-in? Wat gaat er gebeuren met het zwarte plekje in de binnenstad, waar de gegoeden zich in het verleden voor schaamden, dat Schiedam zijn bijnaam Zwart Nazareth gaf en dat zowaar romanciers inspiratie gaf. Gaat het tegen de vlakte om ruimte te verschaffen aan een brandweerkazerne of wordt het onderhanden genomen om te worden tot wat al te prozaïsch als het „Montmartre van Rijnmond" wordt omschreven? Het antwoord is niet gegeven, maar ligt voor de hand: het wordt tóch gesloopt. Maar dan is er daar enkele dagen na de teach-in het bericht geweest, dat enkele jonge architecten het studiehoofd gaan buigen over het Zakkedragershuis- agglomeraat. 'n Aardig bericht, zeker, maar het is de vraag of het ook méér is dan een bericht. Zo ja, dan moet het gemeentebestuur de slopers niet al te snel op de krotten afsturen. En dan zijn er ook nog die 150 Schiedamse jongeren, die zich staande de teach-in als vrijwilligers opgaven om zelf de hand aan de hamer, beitel en verfkwast te slaan ten behoud van het oude wijkje. Ook daarvan neme het gemeentebestuur goed nota. Kan het deze potentiële energie niet kwijt rond het Zakkendragershuis, dart moet er in de stad toch wel een ander project te vinden zijn waar het de jeugd kan laten lonen dat het haar ernst is met haar drang tot behoud van het weinige, dat Schiedam onder de Nederlandse steden uniek maakt. Het zeer weinige, maar juist daarom. A. WAGENAAR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1967 | | pagina 11