Racen op
'n Schiedams
circuit
ft»
298
echte race-circuits uitkomen: Cooper
Ford, Ferrari, MG, BRM, Lotus, Ford
GT, Cocharacha. Ze hebben een motor
tje, dat van 6 tot 12 volt voeding be
hoeft.
De miniatuur-racesport komt uit Enge
land. Londen telt 175 clubs. In Ame
rika worden wedstrijden gehouden op
banen, die vijftig meter lang zijn. De
race-sport in de Verenigde Staten is
zelfs al professioneel geworden; be
paalde merken mini-auto's hebben
„fabrieksrijders" in dienst. Het is een
rage geworden en Nederland is aardig
op weg om zijn partijtje mee te blazen.
Men schat dat er in ons land al zeker
100.000 mini-racewagens onder de
mensen zijn. Er worden kleine en grote
races gehouden; men heeft zelfs de 24-
uurs-race van Le Mans al verreden.
Dat betekent dat een vol etmaal een
team van twee coureurs met de weer
standsregelaar in de hand aan de baan
stond om de wagentjes rond te jagen.
Een rage, maar géén spelletje: men
heeft een race gehouden tegen een
IBM-computer. Een wagen werd be
stuurd door „handkracht" en de andere
reed volgens een programma, dat uit
de computer rolde, nadat daar alle ge
gevens en afwijkingen van de baan
waren ingestopt.
Want het is natuurlijk niet zo, dat men
maar gewoon op de knop van de weer
standsregelaar kan drukken om de auto
over het circuit rond te laten razen.
Net als bij de grote autosport, moet
voor de bochten worden afgeremd en
op de lange stukken vaart gemaakt. De
goede mini-coureur heeft de techniek
van de bochtenslip volledig onder de
knie. Om er alles van te weten te komen,
gaat hij zelfs naar Zandvoort en blijft
hij een dag lang bij een haarspeldbocht
staan.
Op de race-baan van de gebroeders
Van Gerven geeft een jongetje ons een
eigenwijs klinkend, maar deskundig
college over de mini-racesport: „De
wagens, die je koopt, zijn mooie stukjes
techniek. Maar de man, die een beetje
kaas gegeten heeft van de miniatuur
races net als ik zou het niet wagen
om er zomaar mee de baan op te gaan.
Want kijk: je begint natuurlijk al zo-
wie-zo met de fabrieksbanden er af te
keilen. Fabrieksbanden deugen nooit;
ze hinderen je in je slip. Je zet er dus
gelijk nieuwe banden op en die ga je
dan bovendien nog afslijpen tot ze vol
maakt rond zijn. En daarna ga je sleute
len aan je sleepcontact en ga je de wiel
basis verbreden. Of versmallen; dat ligt
er maar aan. Je gaat een mooiere bocht
balans maken door hier en daar de
auto te verzwaren. En dan ga je uit
proberen op de baan. Desnoods laat je
je kar een keer de baan uitvliegen om
te kijken hoe hij zich houdt dan."
Geen spelletje; B. van Gerven die de
mini-sport een grote toekomst voor
zegt, spreekt over de Schiedamse kam
pioen: „Kopmels is de beste rijder
momenteel. Hij heeft een baanrecord
van 158 ronden in 15 minuten, 'n Prima
rijder, Kopmels, maar hij heeft ook
een uitstekende wagen. Een Cocha
racha. Daar kon hij trouwens ook niet
gelijk zo hard mee rijden, hoor. De
Cocharacha heeft een prachtig licht
freempje, maar niet zo'n beste motor.
We hebben er toen een nieuwe Classic
motor ingebouwd en sindsdien rijdt
Kopmels iedere auto van de weg weg."
A.W.