BUURT
1
s misstand creëren?
Achter de Teerstoof
301
De voorstelling van zaken die het Comité hier geeft is
zonder meer misleidend. In zijn rede maakte de heer Van
Huiten een zeer duidelijk onderscheid tussen de situaties
in Schiedam en Amsterdam waaraan hij nog toevoegde
dat hij de eerste niet kende en dat de laatste beslist niet
algemeen geldend is en dus ongeschikt als grond van ver
gelijking voor soortgelijke problemen in andere steden.
En dat is ook logisch. Het Comité spreekt over een soort
gelijk probleem maar vergeet te vermelden dat het hier
over een verschillende oplossing en volslagen andere ge
bouwen ging.
De huizen welke dr. M. H. M. van Huiten bedoelde zijn
stuk voor stuk grote gebouwen, die een kostbare ver
bouwing hebben moeten ondergaan. Weliswaar zonder dat
dit de gemeente Amsterdam een cent kostte, maar dat
was niet het gevolg van zelfwerkzaamheid zoals de toe
lichting doet geloven.
De bouwsommen zijn in Amsterdam stuk voor stuk op
gebracht door het bedrijfsleven dat daardoor de beschikking
kreeg over kapitale meervoudig te exploiteren ruimte. En
dat is in Schiedam, waar de huisjes een fractie zijn van de
bedoelde Amsterdamse gebouwen, bepaald niet het geval
en afgaande op de verdere tekst ook niet de bedoeling.
De rest van de tekst is voor het leeuwedeel besteed aan
de uiteenzetting van het eigenlijke plan; het Vierpleinen-
plan waarin het werkcomité in elf artikelen heeft neer
gelegd wat het nu precies wil.
Allereerst het behoud van „het bestaande stratenverloop met
zijn verrassende hoekjes, de verspringende geveltjes, waarvan
vele rustiek en fraai zijn, zijn intieme pleintje en zijn sfeer
volle stegen en binnenplaatsen
In artikel twee wordt daarop nader ingegaan met een voor
lopige vaststelling van de functie van acht arbeidershuisjes
aan de Breedstraat die uitermate geschikt zouden zijn om
van binnen te worden herschapen in een dertig meter lange
expositieruimte, annex lezingzaal, annex kunstklas, annex
ruimte voor schilderen, tekenen en boetseren.
Over smaak valt te twisten, zeker wanneer het gaat over
de schoonheid van een gevel, die in feite een subjectieve is.
Moeilijker wordt het wanneer de technische aspecten van
de zaak ter sprake komen, die het comité overigens steeds
stilzwijgend voorbij gaat. Zwaar wordt in het plan de na
druk gelegd op het rustieke, het sfeervolle en het intieme
en vrijwel geen aandacht wordt besteed aan de toestand
waarin de huisjes in werkelijkheid verkeren.
Wij hebben deze zaak grondig onderzocht, zegt het comité
in artikel negen en vooral om het feit, dat er nog maar enkele
mensen wonen, is het consolideren, herstellen en ontwikkelen
van de oude brandersbuurt een ideaal project onr'de jeugd
onder deskundige leiding aan de slag te laten gaan.
Voordat het comité dit plan als onderdeel opvoerde, had
het zich natuurlijk ook eerst eens kunnen afvragen waarom
er eigenlijk zo weinig mensen wonen. Dat is niet voor
niets.
Bewoning van de huizen in de brandersbuurt is in de meeste
gevallen wettelijk verboden. De huisjes zijn vrijwel stuk
voor stuk onbewoonbaar verklaard met het predicaat
„levensgevaarlijk". In de meeste gevallen zijn de huisjes,
die ook nieuw kwalitatief niet van de beste soort waren,
ontzet door de weke bodem en de slechte fundering. De
draagverbindingen zijn op vele plaatsen door gammel
heid naar beneden gekomen, de dakconstructies doorgerot
en voor de slechte onderbouw te zwaar geworden, de muren
aan binnen- en buitenzijde ernstig aangetast, de schoor
stenen kunnen met de hand omver worden geduwd en de
ramen zozeer ontzet dat bij de minste beweging het glas
uit de sponning naar buiten barst.
„Een ideaal project voor de jeugd", noemt het comité het.
De Bouwpolitie heeft daar een iets andere mening over.
Die spreekt ronduit over levensgevaarlijk en noemt de
zelfwerkzaamheid van de jeugd een wettelijk verboden on
mogelijkheid.
Volgens een woordvoerder zal de jeugd nooit aan dit
„ideale projectkunnen toekomen. Het is, zo werd gezegd,
aan elke niet-bevoegde in Nederland verboden op eigen
houtje, al of niet onder toezicht van een deskundige, te
gaan bouwen, restaureren of slopen. Daarvoor zijn ver
gunningen nodig en die worden alleen verleend wanneer
men met plannen en bestekken komt van Rijks- of Ge
meente-instanties of van particuliere bouwondernemingen
inXsamenwerking'Jmet de'gemeente, de provincie of het
rijk.
Voor de consolidatie, het herstel en het behoud vanjde
brandarsbuurt betekent dit, dat het plan de buurt door de
jeugd te laten restaureren een loze leuze is.
En daarmee vervallen dan tegelijkertijd enige andere punten
uit het Vierpleinenplan.